Herhaling H5 + H6
1 / 29
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
kenmerken Renaissancekunst
Wat is fout?
Wat is fout?
A
Godsdienstige onderwerpen worden niet meer geschilderd
B
men kopieert Grieks-Romeinse kunst
C
Er is aandacht voor anatomie
D
Er is aandacht voor perspectief
Slide 2 - Quiz
Welk Europees land bereikte als eerste Indië met een overzeese route?
A
Spanje
B
Portugal
C
Frankrijk
D
Groot-Brittannië
Slide 3 - Quiz
Welke ontdekkingsreiziger bereikt als eerste Indië via zee?
A
Vasco da Gama
B
Columbus
C
Willem Barentsz
D
Bartholomeus Diaz
Slide 4 - Quiz
Wie strandde in Nova Zembla?
A
Willem Barentsz
B
Vasco Da Gama
C
Magelhães
D
Columbus
Slide 5 - Quiz
Naar welk eiland voer Columbus in plaats van Indië?
A
Nieuw-Zeeland
B
India
C
San Salvador
D
Nova Zembla
Slide 6 - Quiz
1
2
3
4
5
Columbus komt aan in Amerika
Portugezen ontdekken de zeeroute naar Indië
Columbus brengt executeert Taino rebellen
De zijderoute vervalt
Conquistadores veroveren Zuid-Amerika
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Question de remorquage
Wat zijn humanisten?
A
Homo universalis
B
Mensen die kritiek leveren op de kerk
C
Mensen die belangstelling hebben voor antieke teksten
D
Mensen die leefden tijdens de Renaissance
Slide 9 - Quiz
Hoe heette de nieuwe christelijke stroming die zich baseerde op de ideeën van de Reformatie?
A
Humanisme
B
Protestantisme
C
Renaissance
D
Rooms-katholicisme
Slide 10 - Quiz
Katholiek
Protestants
Beelden in de kerk
Verering van Heiligen
Geen heiligen
Kerkdienst eigen taal
Veel aandacht voor de bijbel
Kerk is arm
Paus is de baas
Slide 11 - Question de remorquage
Luther
Calvijn
95 stellingen
Veel aanhang in Nederland
Veel aanhang in Duitsland
Je mag je verzetten tegen een slechte vorst
Je komt in de hemel door oprecht geloof en berouw over je zonden
Je mag je niet verzetten tegen een vorst
Je bent voorbestemd voor de hemel of hel
Slide 12 - Question de remorquage
A
Katholiek
B
Protestant
Slide 13 - Quiz
A
Katholiek
B
Protestant
Slide 14 - Quiz
A
Katholiek
B
Protestant
Slide 15 - Quiz
Frankrijk
Duitsland
Godsdienstenoorlogen
Strijd om Centralisatie
Hugenoten
Parijse bloedbruiloft / Bartholomeusnacht
Edict van Nantes
Lokale adel mocht macht behouden en eigen godsdienst kiezen
Vrede van Westfalen
Slide 16 - Question de remorquage
in de Tachtigjarige Oorlog wordt er gevochten tegen Filips II uit.....
A
Portugal
B
België
C
Nederland
D
Spanje
Slide 17 - Quiz
Welke protestantse leider had het meeste succes in de Nederlanden?
A
Calvijn, want volgens hem was de vorst belangrijk.
B
Calvijn, want het volk mocht in opstand komen tegen vorst.
C
Luther, want volgens hem was de vorst belangrijk.
D
Luther, want het volk mocht in opstand komen tegen vorst.
Slide 18 - Quiz
Waar ging het Smeekschrift der edelen over?
A
De NL adel vroeg aan Filips II om onafhankelijk te worden
B
De NL adel vroeg Filips II te stoppen met de vervolging van calvinisten
C
De NL adel vroeg aan Filips II om het calvinisme tot staatsgodsdienst te maken
D
De NL adel zette Filips II af als vorst
Slide 19 - Quiz
Wat zien we hier afgebeeld?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is de actie van Filips II na de beeldenstorm?
A
Hij stuurt Hertog van Alva met een leger
B
Hij wil zo snel mogelijk de kerken herstellen
C
Hij laat Willem van Oranje het oplossen
D
Hij doet niks
Slide 21 - Quiz
In 1579 besloten de Noordelijke Nederlanden te gaan samenwerken tegen de Spanjaarden. Hoe heette dit bondgenootschap?
A
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
B
De Unie van Utrecht
C
De Nederlandse Republiek
D
De Unie van Amsterdam
Slide 22 - Quiz
Waarmee eindigde de 80-jarige oorlog?
A
Vrede van Westfalen
B
Vrede van Augsburg
C
Vrede van Münster
D
Vrede van Amsterdam
Slide 23 - Quiz
In de Republiek was er sprake van centralisatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Raadspensionaris
Stadhouder
Hoofd Staten Generaal. regelde buitenlandse zaken
Aanvoerder van leger en vloot
Johann de Witt
Staatsgezinden
Vermoord / gelyncht in Den Haag
Oranjegezinden
Willem III van Oranje
Slide 25 - Question de remorquage
Welke handelsondernemingen werden er in de Republiek opgezet?
A
De VOC en de AOC.
B
De WIC en de BIC.
C
De VOC en de WIC.
D
De VOC en de RIC.
Slide 26 - Quiz
Wat betekent de afkorting WIC?
A
Woest Interessante Compagnie
B
West Indische Compagnie
C
West Indiaanse Champagne
D
Wereld In Champagne
Slide 27 - Quiz
In 1602 werd er in Nederland een bedrijf genaamd VOC opgericht.
Waar staat de afkorting VOC voor?
Waar staat de afkorting VOC voor?
A
Veel Onderzoeks Colleges
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie
C
Verenigde Oostelijke Compagnie
D
Verenigde Oost-varende Compagnie
Slide 28 - Quiz
Waar handelde de WIC voornamelijk in?
A
Peper, zout en boter
B
Textiel, specerijen en koffie
C
Tabak, suiker en slaven
D
Slaven, specerijen en boter
