Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Nu doen:
Voorbereiden quiz
1. Daarna : oefenen
2. Maken test jezelf en samengevat
Slide 1 - Diapositive
Afspraken voor de quiz: - Iedereen doet het voor zichzelf .
- GEEN gepraat als de vraag op het bord staat dus
Wat te doen tijdens de quiz? - je mag je boek open hebben
- biologieschrift open, noteer dingen die je nog niet wist
Slide 2 - Diapositive
Een prikkel van buiten het organisme heet een ...
A
Inwendige prikkel
B
Binnenprikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel
Slide 3 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een sleutelprikkel (boek!)?
A
Een wolf jaagt op een hert
B
Een stekelbaarsmannetje dreigt een rode vlek aan te vallen
C
Jouw hond komt naar je toe als je op je vingers fluit
D
Een konijn snuffelt aan stro in zijn hok
Slide 4 - Quiz
Gedrag kun je onderverdelen in kleine stukjes, hoe noem je een 'stukje' gedrag?
A
Een actie
B
Een handeling
C
Een ethogram
D
Baltsgedrag
Slide 5 - Quiz
Een ethogram waarin je gedurende een bepaalde tijd gedrag observeert heet een ....?
A
Ethogram
B
Protogram
C
Protocol
D
Timegram
Slide 6 - Quiz
NADAT je gedrag geobserveerd hebt (en een protocol ingevuld hebt) kun je dit overzichtelijk weergeven. Welk diagram gebruik je hier meestal voor?
A
Staafdiagram
B
Lijndiagram
C
Tabellogram
D
Ethogram
Slide 7 - Quiz
Jij hebt een protocol gemaakt en ziet hierin dat een kraai altijd gaat vechten als een (mannelijke) soortgenoot zijn territorium binnendringt. Wat kun je zeggen over de prikkel 'zien van een mannelijke soortgenoot' in een eigen territorium?
A
Het is een nestteritorium
B
Het is een voedselteritorium
C
Dit is aangeleerd gedrag
D
Dit is een sleutelprikkel
Slide 8 - Quiz
Welke van deze gedragingen is leren door oefenen?
A
Een jong eendje volgt zijn moeder
B
Een welp (jonge leeuw) leert door nadoen jagen
C
Door rijlessen auto leren rijden
D
Een zalm gaat ieder jaar terug naar dezelfde broedgrond
Slide 9 - Quiz
Een zuigreflex bij een jong varkentje is een voorbeeld van...?
A
Aangeleerd gedrag
B
Oefenen
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag
Slide 10 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van een inwendige prikkel
A
Motivatie om iets te doen
B
Enthousiasme voor de toets morgen
C
Reageren op een luchtalarm
D
Hormonen die zorgen voor puberaal gedrag
Slide 11 - Quiz
Als op een prikkel altijd meteen dezelfde reactie volgt dan heet die REACTIE een ....
A
Inwendige prikkel
B
Reflex
C
Aangeboren
D
Beloning
Slide 12 - Quiz
Als je aan een drukke straat woont hoor je op een bepaald moment niet meer de auto's. Dit is een voorbeeld van ...?
A
Leren
B
Gewenning
C
Imiteren
D
Lichaamstaal
Slide 13 - Quiz
Wat is de FUNCTIE van aangeboren gedrag meestal bij dieren?
A
Het volgen van de moeder
B
Het vergroten van de overlevingskans
C
Zorgen voor voedsel
D
Het bemachtigen van een territorium
Slide 14 - Quiz
Kwispelen bij een hond is een vorm van..... ?
A
Lichaamstaal
B
Non-verbaal gedrag
C
verbaal gedrag
D
Inprenting
Slide 15 - Quiz
Wat is een 'signaal' in de biologie?
A
Een boodschap (bv lichaamstaal)
B
Een boodschap voor soortgenoten
C
Een stoplicht springt op rood
D
Leren fietsen
Slide 16 - Quiz
(4.6!): Wat is de uitwendige prikkel waarmee mieren elkaar herkennen?
A
Voelen van het achterlichaam
B
Geur van een andere mier
C
Geklik met monddelen van een andere mier (geluid)
D
Proeven van een (suiker)druppel van een andere mier
Slide 17 - Quiz
(4.6) Wat doet een verkenner mier als deze voedsel vindt?
A
Ze loopt terug naar het hoofdpad en laat een geurspoor achter
B
Ze scheidt een geur uit die andere mieren naar haar toe lokt
C
Ze gaat op zoek naar soortgenoten en geeft een signaal af met haar poten
Slide 18 - Quiz
Wolven werken vaak samen in een groep, als een wolf geen groep heeft gaat hij op zoek naar een groep om zich aan te sluiten. Bij het vinden van een groep probeert hij door onderdanig gedrag te laten zien dat hij zich wil aansluiten. Hoe zal dit onderdanig gedrag en waarschijnlijk uit zien?
A
Kwispelen
B
Eten brengen voor de alfa
C
Oren omhoog en staart 'normaal'
D
Staart tussen zijn benen en op zijn rug liggen
Slide 19 - Quiz
Wat is de functie van dit onderdanige gedrag van de wolf?
A
Hij wil laten zien dat hij geen gevaar vormt om zo kans op opname in groep te verhogen
B
Hij wil laten zien dat ze hem maar beter kunnen acccepteren!! (of anders..)
C
Dit gedrag heeft geen functie
D
Hij wil laten zien dat hij er van baalt dat hij geen groep heeft
Slide 20 - Quiz
Wat is de functie van een rangorde in een groep dieren?
A
Het brengt rust en stabiliteit in een groep en vergroot zo de overlevingskans
B
Het zorgt er voor dat de dominante dieren blijven leven
C
Dit is zodat dieren constant kunnen vechten om wie het (het meest) dominant wordt
D
Een rangorde heeft geen functie, alleen een pikorde heeft een functie.
Slide 21 - Quiz
Leeuwen jagen samen op prooi. Wat is de functie van samen jagen?
A
Het duidelijk maken van de rangorde
B
Het vangen van eten/prooi
C
Zodat jongen goed kunnen imiteren
D
Het vergroot de overlevingskans
Slide 22 - Quiz
Van deze 4 antwoorden zijn er 2 die een functie geven van baltsgedrag. Kies deze 2! (2 antwoorden kiezen dus)
A
Een partner kiezen
B
Energie investeren in dure versieringen (bv pauw)
C
Het vullen van je tijd als dier als je even niets te doen hebt
D
Tot paring komen
Slide 23 - Quiz
Waarom dreigen dieren vaak eerst en vallen ze niet meteen aan? (WEER: 2 antwoorden mogelijk)
A
Om verwonding te voorkomen
B
Dit is aangeboren
C
Vechten kost veel meer energie dan dreigen (dus: energiebesparing)
D
Omdat dieren die dreigen vaak hun aanvaller niet aan kunnen
Slide 24 - Quiz
Wat is dreiggedrag?
A
(proberen te) laten zien wie de sterkste is zonder te vechten
B
Gedrag vertonen dat niet bij de situatie past (meteen vechten is beter!)
C
Agressie richten op iets anders (bv een takje)
D
Een boodschap voor een soortgenoot
Slide 25 - Quiz
Maaike gooit haar barbiepop hard tegen de muur nadat ze te horen gekregen heeft dat ze niet uit mag gaan vanavond. Dit is een voorbeeld van ...
A
Dreiggedrag
B
Overspronggedrag
C
Omgericht gedrag
D
Ongericht gedrag
Slide 26 - Quiz
Een kolibri (vogel) kan op verschillende manieren laten zien dat een stukje grond zijn territorium is. Noem twee mogelijk manieren (2 antwoorden kiezen)
A
Zingen
B
Slapen
C
Dreigen
D
Eten
Slide 27 - Quiz
Scholeksters kennen individuen die 'hokkers' zijn en individuen die 'wippers' zijn. Waarom is het een voordeel om 'hokker' te zijn? (2 goed!!!)
A
De ouders kunnen samen voedsel zoeken want het jong gaat mee het wad op
B
Het voedselteritorium grenst aan het nestteritorium
C
Hokkers krijgen zo minder lichaamsbeweging
D
Hokkers krijgen zo sterkere beenspieren (maar minder sterke vliegspieren)
Slide 28 - Quiz
Een veilige plek om te broeden is erg nuttig. Wat zijn voordelen van een veilige broedplek? (2 goed!!!)
A
Je wordt minder snel gezien door roofdieren
B
Je hebt moeite om je nest terug te vinden
C
Je heb dan ook meteen een groter voedselteritorium
D
Je kan door de extra veiligheid meer tijd steken in baltsgedrag
Slide 29 - Quiz
Wat is een voorbeeld van leren door inzicht?
A
Nadoen van een ouder
B
Leren fietsen door te oefenen
C
Door gewenning een piep niet meer horen
D
Geen van de antwoorden is juist
Slide 30 - Quiz
Iedere vogelsoort heeft een eigen zang. Waarom zou dit zijn?
A
Iedere soort heeft een eigen signaal, zo paren ze alleen met soortgenoten
B
Dit is door toeval
C
Zodat dieren van verschillende soorten elkaar kunnen herkennen en communiceren
Slide 31 - Quiz
Er ligt een weg naast het territorium van een pad. Een pad die hard kan kwaken krijgt meer nakomelingen (kinderen) over de jaren. Waarom?
A
Hierdoor krijgt hij meer nakomelingen
B
Doordat hij goed te horen is boven al het verkeer uit trekt hij veel vrouwtjes naar zich toe en krijgt meer kans zich voort te planten.
C
Doordat hij mee kan kwaken met de auto's
D
Doordat hij goed te horen is boven al het verkeer uit trekt hij veel vrouwtjes naar zich toe
Slide 32 - Quiz
Een 'eigen' gebied van een dier noem je ook wel een .... ?