Piramide van aantallen geeft het aantal organismen aan per schakel in de voedselketen.
Piramide van biomassa geeft het totale gewicht weer per schakel in de voedselketen.
Slide 6 - Diapositive
Energie in de voedselketen
Vraag 10 (alleen KB)
Energierijke stoffen worden gebruikt voor groei en een deel wordt verbrand door het organisme.
Slide 7 - Diapositive
Abiotische en biotische factoren
vraag 7 en 8 BB - 11 en 12 KB
Abiotisch = Niet levende natuur
Biotisch = levende natuur
abiotische en biotische factoren hebben invloed op de organismen.
vb. op de grootte van de populatie of de overlevingsomstandigheden.
Slide 8 - Diapositive
Ecosysteem
vraag 9 BB - 13 KB
Een ecosysteem bestaat uit een biotoop (abiotische factoren) en een levensgemeenschap.
Een levensgemeenschap bestaat uit meerderde populaties.
Elke populatie bestaat uit individuen.
Slide 9 - Diapositive
Eigenschappen
vraag 10 en 11 BB
vraag 14 en 15 KB
De poten en snavel verraden het leefgebied van een vogel.
Slide 10 - Diapositive
Planten en eigenschappen
vraag 12 BB - vraag 16 KB
Planten in droge omgeving beschermen zich zelf tegen vochtverlies
- kleine bladeren met dik waslaagje
- weinig huidmondjes
- groot wortelstelsel
Planten in vochtige omgeving kunnen makkelijk vocht kwijt.
- grote, dunne bladeren
- veel huidmondjes
Slide 11 - Diapositive
Wilde konijnen hebben in de winter een dikkere vacht dan in de zomer. Daardoor koelt hun lichaam minder af als het koud is. Welke bewering over wintervacht van deze konijnen is juist?
A
De wintervacht is een aanpassing aan een abiotische factor
B
De wintervacht is een aanpassing aan de biotische factor
C
De wintervacht is een aanpassing aan een abiotische en biotische factor
Slide 12 - Quiz
De walrus komt voor in het gebied rond de Noordpool. Factoren die op dit dier invloed hebben, zijn sneeuw, voedsel en ziekteverwekkers. Welk van deze factoren zijn biotisch?