Welke factoren hebben invloed op een populatie grootte?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Zowel abiotische- als biotische factoren
1 / 42
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welke factoren hebben invloed op een populatie grootte?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Zowel abiotische- als biotische factoren
Slide 1 - Quiz
In de afbeelding is een gedeelte van een ecosysteem te zien. Zijn er in deze afbeelding abiotische factoren en biotische factoren te zien?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Geen van beide
D
Zowel abiotische als biotische factoren
Slide 2 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste plek
Biotische factoren
A-biotische factoren
licht
ziekteverwekker
soortgenoten
roofdieren
voedsel
nestgelegenheid
Temperatuur
wind
Slide 3 - Question de remorquage
Groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten
Alle populaties in een gebied
1 enkel organisme
Levensge-meenschap
Individu
Populatie
Slide 4 - Question de remorquage
Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie
Slide 5 - Quiz
Geef nog een voorbeeld van een ecosystheem
Slide 6 - Question ouverte
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Waarmee begint een voedselketen altijd?
A
Plant
B
Dier
C
Schimmel
D
Bacterie
Slide 8 - Quiz
Maak een correcte voedselketen
Slide 9 - Question de remorquage
Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.
Slide 10 - Question de remorquage
Uit hoeveel schakels bestaat deze voedselketen?
Slide 11 - Question ouverte
Hoeveel consumenten zie je in deze voedselketen.
Slide 12 - Question ouverte
Wie is in deze voedselketen de producent?
Slide 13 - Question ouverte
Wie is in deze voedselketen de consument van de derde orde
Slide 14 - Question ouverte
Hoe noem je deze snavel?
Slide 15 - Question ouverte
Hoe noem je deze snavel?
Slide 16 - Question ouverte
Welke hoort er niet bij?
A
Teengangers
B
Topgangers
C
Voetgangers
D
Zoolgangers
Slide 17 - Quiz
Een hond is een .........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger
Slide 18 - Quiz
Een hert is een..........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger
Slide 19 - Quiz
Een beer is een.........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger
Slide 20 - Quiz
In de afbeelding is de kringloop van stoffen in een ecosysteem schematische weergeven. Met nummer 3 wordt een ..... aangegeven.
A
producent
B
consument
C
reducent
Slide 21 - Quiz
Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten noem je een ....
A
ecosysteem
B
biotoop
C
levensgemeenschap
D
populatie
Slide 22 - Quiz
Als dieren en planten dood gaan worden ze eerst opgegeten door afvaleters en daarna worden de overgebleven resten afgebroken door schimmels en bacteriën. De afvaleters behoren tot de ......
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 23 - Quiz
Als dieren en planten dood gaan worden ze eerst opgegeten door afvaleters en daarna worden de overgebleven resten afgebroken door schimmels en bacteriën. De schimmels en bacteriën behoren tot de ......
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 24 - Quiz
De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa
Slide 25 - Quiz
Welke piramide heeft altijd een piramidevorm?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Beide piramides
D
Geen van beide piramides
Slide 26 - Quiz
Producenten
Voedselketen
Reducenten
Voedselweb
Consumenten
Afvaleter
Slide 27 - Question de remorquage
kringloop
voedselketen
voedselweb
Slide 28 - Question de remorquage
Op welk plaatje zie je een voedselweb?
A
B
C
Slide 29 - Quiz
In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen
Slide 30 - Quiz
Welk huidmondje bevind zich op een plant in een droge omgeving en welke in een vochtige omgeving?
Droge omgeving
Natte Omgeving
Slide 31 - Question de remorquage
Individu
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie
Slide 32 - Question de remorquage
Biotische factoren
Abiotische factoren
Slide 33 - Question de remorquage
Wat zijn biotische factoren?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme
Slide 34 - Quiz
Welke snavel is een kegelsnavel?
A
Snavel A
B
Snavel B
C
Snavel C
D
Snavel D
Slide 35 - Quiz
haaksnavel
zeefsnavel
pincetsnavel
kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.
Slide 36 - Question de remorquage
Wat zijn biotische en wat zijn abiotische factoren?
Biotische factoren
Abiotische factoren
Nestgelegenheid
Soortgenoten
Ziekteverwekkers
Voedsel
Roofdieren
Licht
Zuurtegraad
Lucht
Temperatuur
Slide 37 - Question de remorquage
Hoe hebben planten zich aan een droge omgeving aangepast?
A
Dikke bladeren, veel huidmondjes
B
Dunne bladeren, veel huidmondjes
C
Dikke bladeren, weinig huidmondjes
D
Dunne bladeren, weinig huidmondjes
Slide 38 - Quiz
Wat voor snavel zou dit dier hebben?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel
Slide 39 - Quiz
droge omgeving
vochtige omgeving
grote bladeren
kleine, dikke bladeren
veel huidmondjes/cm2
weinig huidmondjes/cm2
dikke opperhuid
dunne opperhuid
behaarde bladeren
onbehaarde bladeren
Slide 40 - Question de remorquage
In een levensgemeenschap leven populaties van verschillende soorten