Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
19.1 Bouw van pezen en spieren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Bouw van
gewrichten
Botten/ Spieren
Pezen- verbinding bot en spier
Banden- verbinding bot en bot
Slide 3 - Diapositive
Een pees bestaat uit:
A
Botweefsel
B
Spierweefsel
C
Bindweefsel
D
Kraakbeenweefsel
Slide 4 - Quiz
Wat is de functie van een pees?
A
Beschermt de spier tegen beschadiging
B
Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
C
Aanspannen en ontspannen van de spier
D
Houd de spier aan het bot vast
Slide 5 - Quiz
Bouw van pezen
Pezen bestaan voornamelijk uit bindweefselcellen (fibroblasten) omgeven door veel tussencelstof: collageen (gemaakt door die bindweefselcellen).
Pezen kunnen een klein beetje uitrekken.
Pezen zijn nauwelijks doorbloedt.
Slide 6 - Diapositive
Fibroblasten - gap junctions
Om toch ‘informatie’ te kunnen uitwisselen (in de vorm van ionen/ secundaire boodschappers) staan deze cellen met eiwitkanalen – gap junctions – met elkaar in contact.
Slide 7 - Diapositive
Bindweefsel/ tussencelstof
collageen, elastine, reticuline, hyaluronzuur
collageen, lijmstof
collageen, kalk
nauwelijks
tussencelstof
Slide 8 - Diapositive
Achillespees
De achillespees is de grootste pees in ons lichaam.
Tijdens het (hard)lopen spannen spieren zich samen en ontspannen. Bijvoorbeeld de kuitspier.
De achillespees wordt tijdens het lopen opgerekt en weer verkort.
Slide 9 - Diapositive
Achillespees
1 2 3
1. De voet komt op de grond, de achillespees wordt een beetje in elkaar gedrukt (lichaamsgewicht)
Slide 10 - Diapositive
Achillespees
1 2 3
2. De kuitspier trekt samen, de achillespees wordt opgerekt
Slide 11 - Diapositive
Achillespees
1 2 3
3. Bij de afzet verkort de achillespees en komt energie vrij (veerenergie)
Slide 12 - Diapositive
Soorten spieren
Skeletspieren
Gladde spieren
Hartspieren
Slide 13 - Diapositive
Bouw skeletspieren
Spiervezel is opgebouwd uit samengesmolten spiercellen. Deze cellen hebben meerdere kernen.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Skeletspieren (dwarsgespreept)
Slide 16 - Diapositive
Gladde spieren
Enkelvoudige, niet vergroeide cellen. Zit rond inwendige organen zoals darmen, blaas, bloedvaten, baarmoeder. Combinatie van kringspieren en lengtespieren (antagonisten).
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.
Slide 17 - Diapositive
Gladde spieren
Slide 18 - Diapositive
Hartspieren
Dwarsgestreept spierweefsel met vertakkingen. Via Gap-junctions verbonden waardoor gecoördineerde samentrekking kan plaatsvinden.
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.
Slide 19 - Diapositive
Hartspieren
Slide 20 - Diapositive
gecoördineerd samentrekken
Slide 21 - Diapositive
Tot welk soort spiervezel hoort de skeletspier
A
gladde spiervezel
B
dwarsgestreepte spiervezel
C
hartspiervezel
Slide 22 - Quiz
Wat geven de cijfers aan?
A
1-Dwarsgestreept
2-Hartspier
3-Gladde spieren
B
1-Hartspier
2-Gladde spieren
3-Dwarsgestreept
C
1-Gladde spieren
2-Dwarsgestreept
3-Hartspier
D
1-Hartspier
2-Dwarsgestreept
3-Gladde spieren
Slide 23 - Quiz
De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
Slide 24 - Quiz
Zet de volgende woorden in de juiste volgorde van klein naar groot: filament - spier - spierbundel - spierfibril - spiervezel