Dichtheid en soortelijke warmte

Verkeersongeluk
les 2
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verkeersongeluk
les 2

Slide 1 - Diapositive

Geef de definitie van een stofeigenschap

Slide 2 - Question ouverte

De vorige les
we hebben het gehad over stofeigenschappen.
Dit zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.
Bijvoorbeeld geur, kleur, smaak of brandbaarheid. 
Ook dichtheid is een stofeigenschap. 

Slide 3 - Diapositive

Om de dichtheid te berekenen, gebruik je de volgende formule.
A
p=m/V
B
p=V/m
C
p=m*V
D
V=p*m

Slide 4 - Quiz

Dichtheid
Om de dichtheid te berekenen heb je de massa en het volume van een voorwerp nodig. 
De massa kan je bepalen door het voorwerp te wegen op een weegschaal. 
Om het volume te bepalen zijn er 2 manieren. 

Slide 5 - Diapositive

Volume (1)
Wanneer een voorwerp mooie rechte zijden heeft, kan je het de lengte, de breedte en de hoogte opmeten. 
het volume is dan:
V=l*b*h

Slide 6 - Diapositive

Volume (1)
Ditzelfde geldt voor cilinders. 
Het volume is dan: 
V=pi*r*r*h 

Slide 7 - Diapositive

Hoe bepaal je het volume van een steen?

Slide 8 - Carte mentale

volume (2)
Om het volume van een onregelmatig voorwerp te meten, kan je de onderdompelmethode gebruiken. Hierbij dompel je het voorwerp onder in water en lees je het verschil af. 

Slide 9 - Diapositive

Soortelijke warmte
Een andere stofeigenschap is de soortelijke warmte. Dit is dus voor elke stof verschillend. 
De soortelijke warmte geeft aan hoeveel energie er nodig is om 1 gram van die stof 1 graad warmer te krijgen. 

Slide 10 - Diapositive

Soortelijke warmte
Soortelijke warmte is een grootheid die je meet in de eenheid 


Joule per gram per graden Celsius 

g°CJ

Slide 11 - Diapositive

Soortelijke warmte
Rekenen met soortelijke warmte. 
Warmte = soortelijke warmte * massa * temperatuursverschil


Hier is Q warmte in J, c soortelijke warmte, m de massa en delta T het verschil in temperatuur. 
Q=cmΔT

Slide 12 - Diapositive

Soortelijke warmte

Slide 13 - Diapositive

Rekenvoorbeeld
Ik wil 100 gram water laten koken. Mijn water begint op kamertemperatuur 20 graden Celsius. Hoeveel energie heb ik hiervoor nodig? 
c= 4,18 
m= 100 g
Delta T = 100-20= 80 graden

Q = 4,18 * 100 * 80 = 33400 J


g°CJ
Q=cmΔT

Slide 14 - Diapositive