Spelling, hoofdstuk 4

Persoonsvorm verleden tijd
Sterke werkwoorden: schrijf wat je hoort.
Dit komt meestal wel goed. (bijv. lopen - liep - gelopen)

Zwakke werkwoorden: ik-vorm + -te(n) of -de(n)
(bijv. surfen - surfte - gesurft/ landen - landde - geland)




1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm verleden tijd
Sterke werkwoorden: schrijf wat je hoort.
Dit komt meestal wel goed. (bijv. lopen - liep - gelopen)

Zwakke werkwoorden: ik-vorm + -te(n) of -de(n)
(bijv. surfen - surfte - gesurft/ landen - landde - geland)




Slide 1 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord van VD
Van een voltooid deelwoord kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.
Bn van vd van sterke werkwoorden: gebruik het hele vd.
(Bijv. gelopen - de gelopen race.)
Bn van vd van zwakke werkwoorden: voeg een 'e' toe, schrijf het zo kort mogelijk, maar let op de klank.
(BIjv. geland - het gelande vliegtuig / gewit - de gewitte muur / gehaat - de gehate dictator)

Slide 2 - Diapositive

Die werkwijze ... [leiden] tot veel geruzie. (PVVT)

Slide 3 - Question ouverte

De ...[verlichten] straten zorgden voor een prettige sfeer. (BN)

Slide 4 - Question ouverte

De kaars ...[verlichten] 's avonds het kamertje van de zonderling. (PVVT)

Slide 5 - Question ouverte

Harry Potter keek Hermelien door zijn ...[breken] brillenglas verliefd aan. (BN)

Slide 6 - Question ouverte

Toen ...[barsten] de bom! (PVVT)

Slide 7 - Question ouverte

Jimmy ...[fietsen] door de donkere straten naar huis. (PVVT)

Slide 8 - Question ouverte

De driftige leerling is voor twee weken ...[schorsen] (VD)

Slide 9 - Question ouverte

De ...[schorsen] leerling liep stampvoetend naar huis. (BN)

Slide 10 - Question ouverte

De valse katten ...[verwonden] het spelende kind. (PVVT)

Slide 11 - Question ouverte

Wil je het ...[braden] vlees in de koelkast zetten? (BN)

Slide 12 - Question ouverte

Wat vind je nog lastig om te spellen?
A
PVVT
B
BN van VD
C
VD

Slide 13 - Quiz