Bovenbouw 22-04

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Mevrouw de Cuba

¿Qué vamos a hacer?

• de ontkenning

Leerdoel: 

Straks ken je de ontkenning met no, nada, nadie en nunca.

¿Preguntas?

Ontkenning

- Hoe maak je een ontkenning in het Spaans?

- Niemand?

- Niets?

- Nooit?

- Plaats in de zin?

De ontkenning

Ontkenning

- Hoe maak je een ontkenning in het Spaans? 'No' vóór het vervoegde ww.

- Niemand? No ... (a) nadie.

- Niets? No ... nada.

- Nooit? No ... nunca.

- Plaats in de zin? 'No' staat altijd vóór het vervoegde werkwoord, en nadie/nada/nunca staat achter de persoonsvorm/het gezegde (=alle ww). 

Negación Ontkenning

Om een zin ontkennend te maken, zet je het woord je 'no' vóór de persoonsvorm:

WEL	NIET
Vivo en una ciudad.	No vivo en una ciudad.
Aquí hay una farmacia.	Aquí no hay una farmacia.
Tú lees un libro.	Tú no lees un libro.

1. Grammática: 

Negación (Ontkenning)

Wat is een ontkenning?

No, nada, nadie, nunca

Plaats in de zin

¿Qué es una negación?

De docent is nergens te bekennen.

Ze is niet in de klas vandaag. 

Maar er is geen uitval.

Dit gebeurt nooit.

Niemand had dit kunnen weten.

Ik heb op het bord wat voorbeelden van ontkenningen in het Nederlands geformuleerd. 

De ontkenning binnen de zin heb ik met rood aangegeven.

1. Plaats in de zin

Elena no come nada - Elena zegt niets

¡Profe!, Maurits no hace nada - Juf, Maurits doet niets!

No hay nadie en casa - Er is niemand thuis 

No habla nadie durante la clase - Niemand praat tijdens de les

No voy nunca al cine - Ik ga nooit naar de bioscoop

No miento nunca - Ik lieg nooit

Wat valt jullie op. 

Wat is het verschil tussen het Spaans en het Nederlands?

Dubbele ontkenning! (schrijft op bord)

2. Plaats in de zin

No tengo hambre

Paula no dice nada 

No habla nadie durante la clase 

No voy nunca al cine 

LET OP de persoonsvorm!

Wat valt jullie op.

Waar staat no in de zin? voor de persoonsvorm

Waar staan nada, nadien en nunca in de zin? na de persoonsvorm

Is de zin ontkennend?
La asignatura no es aburrida

1. juist
2. onjuist

Maak ontkennend:
Mi casa está en el centro.

Welke zin is ontkennend?

1. Me gusta ir a la escuela
2. El supermercado está cerca de mi casa
3. No tengo que hacer mis deberes
4. Cada día voy a la escuela a pie

En nuestra escuela no tenemos que llevar uniforme

No voy nunca en autobús

Siempre tengo un montón de deberes

No hay nadie en el comedor

Sí, es una negación

Sí, es una negación

No, no es una negación

Sí, es una negación

No tengo hermanos 

No vivo en Amsterdam

¡No!, no hablo español

Paula no come nada 

No hay nadie en casa

No voy nunca al cine

Geen 

Niet

Nee

Niets

Niemand

Nooit

Is de zin ontkennend?
no voy al instituto en bici

1. juist
2. onjuist

Is de zin ontkennend?
Me gusta ir al instituto

1. juist
2. onjuist

¡A trabajar!

Pauze!

• COMPLIMENTEN!! 
  
• Schrijven, kleine grammatica foutjes. --> huiswerk voor over 3 weken. 
• Datum spreekvaardigheid?
  
• Luistervaardigheid na de vakantie.