Carnavalsquiz 2021

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al van Carnaval?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekend het woord "carnaval"
A
Apenzuiplap
B
Festivalkleed
C
Vaarwel het vlees
D
Iedereen is er bij

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
Gouden eeuw
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
1950

Slide 7 - Quiz

Wie is de baas tijdens carnaval?
A
De koning
B
alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Niemand

Slide 8 - Quiz

Hoe heet Den Bosch in de carnavalsperiode?
A
Oeteldonk
B
Watergat
C
Waaienburg
D
Lampengat

Slide 9 - Quiz

Hoe lang duurt de vastentijd?
A
10 dagen
B
30 dagen
C
4 dag
D
40 dagen

Slide 10 - Quiz

Hoe groet je iemand tijdens carnaval?
A
Hello, hello
B
Goedendag
C
Alaaf!
D
hihahahi

Slide 11 - Quiz

Wat deed men aan het eind van de winter?
A
heel veel eten
B
lang uitslapen
C
naar het strand gaan
D
boze geesten verjagen

Slide 12 - Quiz

Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de voorjaarsvakantie met een andere naam?
A
Carnavalsvakantie
B
Krokusvakantie
C
Paasvakantie
D
Lentevakantie

Slide 14 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Brazilië?
A
minder dan 200 miljoen
B
200 miljoen
C
100 miljoen
D
meer dan 200 miljoen

Slide 15 - Quiz

Hoe lang vieren ze carnaval?
A
6 dagen
B
2 weken
C
1 week
D
meer dan 1 week

Slide 16 - Quiz

In welk werelddeel ligt Brazilië?
A
Zuid-Amerika
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Europa

Slide 17 - Quiz

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland.
B
In Dronten.
C
In het zuiden van het land.

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag

Slide 21 - Quiz

Wat doe je na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 22 - Quiz

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 23 - Quiz

Welke stad heet
Kruikenstad?
A
Tilburg
B
Oosterhout
C
Etten Leur
D
Den Bosch

Slide 24 - Quiz

Hoe heet deze band?
A
leeggeblazen
B
opgeblazen
C
afgeblazen
D
uitgeblazen

Slide 25 - Quiz

Uit welke stad komt deze
zanger?
A
Roosendaal
B
Breda
C
Etten Leur
D
Eindhoven

Slide 26 - Quiz

Uit welke stad
komt dit nummer?
A
Breda
B
Oosterhout
C
Roosendaal
D
Tilburg

Slide 27 - Quiz

Welke stad heet
Lampegat?
A
Klundert
B
Best
C
Oudenbosch
D
Eindhoven

Slide 28 - Quiz

Waarom is het getal 11 het gekkengetal?
A
Het getal elf is ongelijk en daarom geHet getal elf staat voor de elfde bladzijde uit de bijbel, daar gebeuren veel gekke dingen.k
B
Het is het getal van de narren en gekken
C
Carnaval begon bij 11 broeders die knettergek warem

Slide 29 - Quiz

Vanavond ga ik scoren, het beest in mij gaat...
A
Los
B
Hard
C
Vast
D
Goed

Slide 30 - Quiz

Kraantje pappie heeft een liedje. Dit liedje heet welkom in de ....
A
Kroeg
B
Feesttent
C
Stad
D
Carnavalstent

Slide 31 - Quiz

Ik zie ze links, ik zie ze rechts. Ik krijg er geen genoeg van ik ben knotsknettergek. Wat ziet snollebollekes in dit nummer?
A
Biertjes
B
Vrouwkes
C
Vlaggen
D
Balonnen

Slide 32 - Quiz

Einde

Slide 33 - Diapositive

Muurkrant afmaken
- Landnaam + vlag
- Huwelijk (mag je zelf kiezen)?
- Homohuwelijk?
- Tradities?
- Scheiden?
- Foto's van bruidskleding & tradities

Slide 34 - Diapositive

Ronde 1 praktijk
Creatief:
- Anzichtkaart maken.
- Prent maken in het thema liefde.
- Stripverhaal maken. 

Slide 35 - Diapositive

Ronde 2 praktijk
- Doorgaan met waar je mee bezig bent.
- Spel.
- Overleg met docent.

Slide 36 - Diapositive