Les 1: hoofdletters

Hoofdletters
Taalverzorging - les 1
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdletters
Taalverzorging - les 1

Slide 1 - Diapositive

Nederlands
maandag 30 oktober 2023

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je het gebruik van hoofdletters uitleggen.
Aan het eind van deze les kun je hoofdletters juist toepassen in een opdracht. 

Slide 3 - Diapositive

Vandaag: hoofdletters
Wanneer hoofdletters gebruiken?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 6 - Diapositive

Regel 1: begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.
  • We schrijven een letteraanduiding in een samenstelling met een hoofdletter als de hoofdletter de vorm van iets weergeeft. Voorbeelden zijn: O-benen, T-shirt, V-hals.

Slide 7 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 8 - Quiz

Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
  • fam. Berisa
  • Alicia van Putten

Slide 9 - Diapositive

Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
  • mevrouw Van de Ven - de Vries 

Slide 10 - Diapositive

Regel 2: namen van personen
Als we de naam los gebruiken om expliciet naar de uitvinder of ontdekker te verwijzen, behouden we de hoofdletter.

- het downsyndroom - het syndroom van Down
- zij heeft alzheimer - de ziekte van Alzheimer




Slide 11 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
Hallo meneer Jansen
B
Hallo Meneer Jansen
C
Hallo meneer jansen

Slide 12 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - De Groot
B
Lisa de Vries - de Groot
C
Lisa De Vries - de Groot

Slide 13 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Wanneer gaat Mevrouw de Laat slapen?
B
Wanneer gaat mevrouw de Laat slapen?
C
Wanneer gaat mevrouw De Laat slapen?

Slide 14 - Quiz

Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
  • de Kamer van Koophandel
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
  • iPhone

Slide 15 - Diapositive

organisaties, merken, producten
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone

Slide 16 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max

Slide 17 - Quiz

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Amsterdam, Nederland
  • Amerikaanse president, Nederlandse mensen. 
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 18 - Diapositive

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee

Slide 19 - Diapositive

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
  • In het Oosten is de situatie erg gespannen.
  • Arme landen krijgen steun van het Westen.

Slide 20 - Diapositive

Wat is goed geschreven?
A
Met ananas erop is het geen Italiaanse pizza!
B
Met ananas erop is het geen italiaanse pizza!

Slide 21 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Wat is een Westelijke zeestroom nou weer?
B
Wat is een westelijke zeestroom nou weer?

Slide 22 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant

Slide 23 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan

Slide 24 - Quiz

Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen met een hoofdletter.
  • Tweede Wereld Oorlog, Vaderdag, Pasen, Suikerfeest
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
  • paasontbijt, kerstviering
  • een historische periode geen hoofdletter: prehistorie. renaissance 

Slide 25 - Diapositive

Wanneer GEEN hoofdletter? 
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geen hoofdletter.
  • zaterdag, januari 
  • Afkortingen schrijf je met kleine letters: cd, tv, btw, cao, gsm
  • behalve afkortingen van namen: KNMI, NRC, KLM
  • onderwijsinstellingen kleine letter: mbo, havo, pabo
  • ingeburgerde afkortingen: EHBO, SOS, ID

Slide 26 - Diapositive

Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Godsdiensten krijgen geen hoofdletter
  • het jodendom       
  • de christen
  • de islam
Ook geen hoofdletter bij beoefenaars van godsdienst
  • de paus
  • een iman

Slide 27 - Diapositive

Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Maar heilige begrippen (heiligen en geschriften) die bij de stroming horen wel (ook samenstellingen)
  • God
  • de Bijbel
  • de Koranschool
  • Baka Brahma

Slide 28 - Diapositive

Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 29 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Gucci
B
gucci

Slide 30 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
de middeleeuwen
B
de Middeleeuwen

Slide 31 - Quiz


Waar staan de hoofdletters goed?
timer
0:30
A
dhr. van Leeuwen
B
John van Leeuwen
C
john van Leeuwen
D
John Van leeuwen

Slide 32 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze

timer
0:30
A
de Joodse godsdienst
B
de joodse godsdienst

Slide 33 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Brabants
B
brabants

Slide 34 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
allah
B
Allah

Slide 35 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
timer
0:30
A
Suikerfeest
B
suikerfeest

Slide 36 - Quiz

Les 1: vandaag
Je maakt de oefeningen en behaalt de deeltoets
Les 2: volgende week

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive