Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schrijf bij elk plaatje een zin. Beschrijf wat er gebeurt. Gebruik in elke zin twee van deze woorden.Keihard, bereikbaar, bouwvakker, vrachtauto, kauwgom, benauwd, aardbei, boerderij.