Di 19 sept Au of Ou IJ of ei?

Au of ou? 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Au of ou? 

Slide 1 - Diapositive

au of ou?
..to

Slide 2 - Question ouverte

Vul in: au of ou
juffr----w
A
au
B
ou

Slide 3 - Quiz

Vul in: au of ou
rest---rant
A
au
B
ou

Slide 4 - Quiz

Au of ou
tr .. wdag
A
au
B
ou

Slide 5 - Quiz

Au of ou
k .. wgom
A
au
B
ou

Slide 6 - Quiz

Vul in: au of ou
----tomaat
A
au
B
ou

Slide 7 - Quiz

Au of ou
verk .. den
A
au
B
ou

Slide 8 - Quiz

au of ou?
mi..w

Slide 9 - Question ouverte

au of ou?
kab..ter

Slide 10 - Question ouverte

au of ou?
r..w

Slide 11 - Question ouverte

Vul in : au of ou
............gustus

Slide 12 - Question ouverte

au of ou?
k....d

Slide 13 - Question ouverte

au of ou?
g..d

Slide 14 - Question ouverte

au of ou
A
staut
B
stout

Slide 15 - Quiz

au of ou?
oerw..d

Slide 16 - Question ouverte

au of ou?
bl..w

Slide 17 - Question ouverte

au of ou?
k..wen

Slide 18 - Question ouverte

au of ou?
p..w

Slide 19 - Question ouverte

au of ou?
Je moet je antwoorden n...wkeurig opschrijven.
A
au
B
ou

Slide 20 - Quiz

Vul op de open plek ou of au in.
cam...flage
A
ou
B
au

Slide 21 - Quiz

Vul op de open plek ou of au in.
fl...we
A
ou
B
au

Slide 22 - Quiz

Vul op de open plek ou of au in.

n..we
A
ou
B
au

Slide 23 - Quiz

ou of au?
..teur
(schrijf het hele woord op)

Slide 24 - Question ouverte

Moeilijke woorden: au of ou?
A
gauw
B
gouw

Slide 25 - Quiz

Moeilijke woorden: au of ou?
A
nauwkeurig
B
nouwkeurig

Slide 26 - Quiz

Moeilijke woorden: au of ou?
A
schauder
B
schouder

Slide 27 - Quiz

Moeilijke woorden: au of ou?
A
faut
B
fout

Slide 28 - Quiz

Moeilijke woorden: au of ou?
A
kaude
B
koude

Slide 29 - Quiz

Moeilijke woorden: au of ou?
A
saus
B
sous

Slide 30 - Quiz

ij of ei?
De letters ij en ei klinken hetzelfde. Er is geen regel voor wanneer je ij of ei schrijft. In de volgende drie gevallen weet je wél altijd hoe je het woord spelt:

Slide 31 - Diapositive

ij of ei?
De letters ij en ei klinken hetzelfde. Er is geen regel voor wanneer je ij of ei schrijft. In de volgende drie gevallen weet je wél altijd hoe je het woord spelt:
  • bij woorden op -heid schrijf je altijd ei;
  • bij woorden op -teit schrijf je altijd ei;
  • bij woorden op -lijk schrijf je altijd ij.

Slide 32 - Diapositive

Au of ou? IJ of ei? 

Spelling blok 1

Slide 33 - Diapositive

Theorie 1.8 
IJ of ei: Bij de letters ij en ei hoor je 
dezelfde klank, hoewel je de klank niet 
steeds hetzelfde schrijft.
voorbeeld:   prei,   reis,   wijs,   rijk

Er is geen regel wanneer je ij of ei schrijft. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 34 - Diapositive

IJ of ei?
Bij de letters ij en ei hoor je dezelfde klank. 

Er is geen regel voor wanneer je ij of ei schrijft. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 35 - Diapositive

        ij
ei

Slide 36 - Question de remorquage

EI
IJ
aansteller.....
d...k
hoeveelh.....d
aardb....en
blijadz....de
dr....gende
......ndelijk
elektricit......t
f....t
dr....ven

Slide 37 - Question de remorquage

EI
IJ
g...t
gr...zer
kl...n
troostpr...s
snelh...d
schr...ver
allerl...
part...
r...kdom
r...sgids

Slide 38 - Question de remorquage

zin 1
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
bouwterr__n
Magaz__n
B__tels
N__ptangen
Batter__en
R__nigings-middelen

Slide 39 - Question de remorquage

zin 2
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
k__zer
z__n
uitgebr__d
r__k
Alt__d
sch__nt

Slide 40 - Question de remorquage

zin 3
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
Indert__d
porsel__nen
talr__ke
waarsch__nl__k
specer__en
kwalit__t

Slide 41 - Question de remorquage

zin 4
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
l__ding
kapit__n
pr__zen
bedr__f
lekkern__en
kastel__n

Slide 42 - Question de remorquage

zin 5
Sleep de woorden naar de juiste ei / ij.
ij
ei
R__n
s__zoen
capacit__t
w__nig
waterp__l
bedr__gt
v__ligh__d

Slide 43 - Question de remorquage

Huisdwerk voor do 22 sept
Maken 29 t/m 31

het dictee oefenen we op school
Leren blz. 31 Au of Ou?
Leren blz. 32 IJ of Ei
Neem een leuk leesboek mee naar school.







Slide 44 - Diapositive