2HV Ch4 les 2 Passé composé

Programme 2HV

  • Uitleg: herhaling passé composé
  • Zelfstandig werken aan opdrachten:
    CH4 ex. 4abc, 5abcd, 6
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programme 2HV

  • Uitleg: herhaling passé composé
  • Zelfstandig werken aan opdrachten:
    CH4 ex. 4abc, 5abcd, 6

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Herhaling: passé composé

Slide 3 - Diapositive

Allereerst:
Voor de passé composé moet je de vormen van het werkwoord avoir (hebben) uit je hoofd kennen. 

Weet jij ze nog?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Sleepvraag
Koppel de juiste vorm van "avoir" aan het juiste onderwerp

Slide 6 - Diapositive

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
ont
as
avons
avez
ai
a

Slide 7 - Question de remorquage

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 8 - Question de remorquage

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Fransbij een regelmatig werkwoord op -er ? Zet de stappen in de juiste volgorde
- Haal de -r weg
- Pak het hele werkwoord
- Plaats een accent aigu (é) op de laatste e

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 11 - Question de remorquage

Hoe zeg je in het Frans:
U heeft gevonden
A
on a trouvé
B
on cherche
C
vous avez cherché
D
vous avez trouvé

Slide 12 - Quiz

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord faire.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
fait
fait
fait
fait
fait
fait
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 13 - Question de remorquage

avoir
être
faire
été
fait
eu

Slide 14 - Question de remorquage

Hoe zeg je in het Frans: wij hebben gewoond
A
vous avez habité
B
nous habitons
C
nous avons habité
D
vous habitez

Slide 15 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
tu ____________ (parler)

Slide 16 - Question ouverte

Présent
Passé composé
Nous parlons

Ils ont parlé
Vous mangez
La fille travaille
Tu regardes
Tu as regardé
J'ai été
Ma mère a donné

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 
je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
ai été
avez été
avons  été
ont été
a été
as été

Slide 18 - Question de remorquage

Vervoeg in de passé composé:
vous ____________ (donner)

Slide 19 - Question ouverte

Maak nu de opdrachten
CH4 ex. 4abc, 5abcd, 6
= huiswerk voor morgen

Maken in Grandes Lignes Online

Klaar? Laat mij het checken. Dan mag je gaan!

Slide 20 - Diapositive