11.3 Je lijkt op

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Oortjes uit
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Oortjes uit
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat gaan we vandaag doen? 
-11.3 Uitleg
-aan het werk 
-Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 11 Erfelijkheid en  Evolutie

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

11.3 Je lijkt op
  1. Je kunt uitleggen wat een gen en wat een genotype is.
  2. Je kunt uitleggen wat een homozygoot en een heterozygoot genotype is.
  3. Je kunt uitleggen wat een dominant en een recessief gen is.
  4. Je kunt genotypen noteert in letters.
  5. Je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en op een meisje gelijk is.
  6. Je kunt met behulp van een kruisingsschema het uiterlijk van een nakomeling voorspellen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zit de informatie voor één eigenschap?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zitten de eigenschappen op de chromosomen?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opg 1 -5

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kom je aan een eigenschap die je ouders niet hebben?
Homozygoot: 2 dezelfde genen
Heterozygoot: 2 verschillende genen

Dominant: gen dat overheerst over een ander gen.
Recessief: gen dat onderdrukt wordt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen doorgeven
Homozygoot: 2 dezelfde genen
Heterozygoot: 2 verschillende genen

Dominant: gen dat overheerst over een ander gen.
Recessief: gen dat onderdrukt wordt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noteer je genotypen ?
Met letters.
Dominant = hoofdletter
Recessief = kleine letter

Gebruik altijd dezelfde letter voor één eigenschap!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

15

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

11.3 Je lijkt op
  • Je kunt uitleggen wat een gen en wat een genotype is.
  • Je kunt uitleggen wat een homozygoot en een heterozygoot genotype is.
  • Je kunt uitleggen wat een dominant en een recessief gen is.
  • Je kunt genotypen noteert in letters.
  • Je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en op een meisje gelijk is.
  • Je kunt met behulp van een kruisingsschema het uiterlijk van een nakomeling voorspellen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe voorspel je het uiterlijk van nakomelingen?

Met een kruisingsschema voorspel je de uitkomst van een kruising
Zes stappen om een kruisingsschema te maken (zie bron 7, blz. 112):
  1. schrijf de fenotypen op van de ouders
  2. schrijf daaronder de genotypen op
  3. schrijf daar weer onder de genen op die in de geslachtscellen kunnen voorkomen
  4. maak een tabel met 9 vakken. Schrijf boven de tweede en derde kolom de genen op die in de zaadcellen kunnen voorkomen. Schrijf links in de tweede en derde rij de genen op die in de eicellen kunnen voorkomen
  5. schrijf de genotypen uit de tabel op
  6. schrijf daaronder de fenotypen             (Zie volgende slide voor een voorbeeld hiervan)


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samen opdracht 19, 20 en 21

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klopt dit?
bruin = dominant
blauw = recessief
Rex (vader) = heterozygoot
Floor (moeder) = blauwe ogen
A
Juist
B
Onjuist
C
Snap hier niets van

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Oefentoets erfelijkheid biologiepagina.nl
Aan de slag
Maken: opdracht 1 t/m 25 paragraaf 11.3
Lezen: blz. 118 t/m 130

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

11.3 Je lijkt op
  • Je kunt uitleggen wat een gen en wat een genotype is.
  • Je kunt uitleggen wat een homozygoot en een heterozygoot genotype is.
  • Je kunt uitleggen wat een dominant en een recessief gen is.
  • Je kunt genotypen noteert in letters.
  • Je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en op een meisje gelijk is.
  • Je kunt met behulp van een kruisingsschema het uiterlijk van een nakomeling voorspellen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

23

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions