Schooltaalwoorden 1

Schooltaalwoorden
Les 1
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Schooltaalwoorden
Les 1

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
- Je leert de betekenis van verschillende schooltaalwoorden;
- Je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden en van moeilijke woorden.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een synoniem?

Slide 3 - Question ouverte

Synoniemen zijn...
... woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen.

Voorbeelden:
fiets - tweewieler
bank - sofa
toilet - plee


Slide 4 - Diapositive

Wat is een synoniem voor standpunt?
A
mening
B
zienswijze
C
opvatting
D
standplaats

Slide 5 - Quiz

Wat is een synoniem voor nauwkeurig?
A
slordig
B
zorgvuldig
C
juist
D
precies

Slide 6 - Quiz

Bij een vak als biologie moet je vaak dingen benoemen. Wat betekent "benoemen"?

Slide 7 - Question ouverte

Bij vakken als aardrijkskunde en geschiedenis moet je vaak dingen beredeneren. Wat betekent "beredeneren"?

Slide 8 - Question ouverte

Als bij wiskunde gevraagd wordt het antwoord aan te tonen, wat moet je dan doen?

Slide 9 - Question ouverte

ondersteunen
overnemen
toelichten
voorspellen
helpen
uit een bron kopiëren
als verwachting uitspreken
nader verklaren

Slide 10 - Question de remorquage

Wat betekent "minimaal"?
A
minstens
B
hoogstens
C
op zijn minst
D
op zijn hoogst

Slide 11 - Quiz

Wat betekent "maximaal"?
A
minstens
B
hoogstens
C
op zijn minst
D
op zijn hoogst

Slide 12 - Quiz

Heb je nieuwe woorden geleerd door deze les?
Ja, ik heb veel nieuwe woorden geleerd.
Ja, ik heb een paar nieuwe woorden geleerd.
Nee, ik kende alle woorden al.
Nee, ik moet woorden vaker zien om ze te leren.

Slide 13 - Sondage