3M week 41 les twee

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

What are we going to do today?
- Who is here?
- Reading
- Previous lesson
- Checking homework
- Grammar six: modals
- Homework time!
- Cram
- End of lesson

Slide 2 - Diapositive

Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F

Slide 3 - Diapositive

timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

What did we do in the previous lesson?

Slide 5 - Diapositive

Test!
Ik zal jullie even updaten over de leestoetsen.

- Heb ik ze al nagekeken?
- Zo ja, hoe zijn ze gemaakt?
- Kunnen we ze samen nakijken?

Slide 6 - Diapositive

Checking homework!
Let's check exercises 27 and 28 together

Slide 7 - Diapositive

Wat is het laatste grammaticaonderdeel dat we hebben behandeld? 

Slide 8 - Diapositive

Modals
Er zijn twee soorten modals. Welke waren deze ookalweer?


Wat drukken ze uit?

Slide 9 - Diapositive

Modals
Wat zijn de modals for permission?

Wanneer gebruik ik ze?

Slide 10 - Diapositive

Modals for permission
Can or can't
Iets mag (niet)
'You can't go to the party'
Can or could
Om te vragen of iets mag. Could is hierin beleefder dan can. Zie je 'please' aan het einde van een zin? Could gebruiken. 
'Could I borrow your pen, please?'

Slide 11 - Diapositive

Modals for permission


To be + allowed to + hele werkwoord
Iets mag (niet) volgens de regels of wetten. 
'You are allowed to use a calculator during the test'


Slide 12 - Diapositive

Modals
Wat zijn de modals of obligation?

Wanneer gebruik ik ze?

Slide 13 - Diapositive

Modals for obligation
Should (not) + hele werkwoord
Jij vindt dat iets (niet) zou moeten
'We should invite Ariel to the wedding'

Must (not)
Iets moet niet. Must is krachtiger dan should. 
'He must wear  a suit to the interview'

Slide 14 - Diapositive

Modals for obligation
Has to / have to + hele werkwoord
Zekerheid, noodzaak of verplichting uitdrukken. OF iets moet van iemand anders.
'The soup has to be stirred continuously to prevent burning' (noodzaak)

LET OP! Als je has/have to in ontkennende zinnen gebruikt, verandert de betekenis van 'moeten' in 'niet hoeven'. Je geeft dan aan dat er GEEN verplichting is!!!!!
'I don't have to do the dishes'

Slide 15 - Diapositive

... I bring a friend to football practice?

Slide 16 - Question ouverte

You .... eat less sweets

Slide 17 - Question ouverte

They ..... leave early

Slide 18 - Question ouverte

timer
1:00
Do the exercises on the sheet I gave you
Done? Study the stones or vocabulary

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

End of lesson

- Do exercises on the sheet I gave you
- Study all of the stones
- Bring the right books!

Slide 22 - Diapositive