Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
Toets H1 nabespreken
Start H2: klimaat- en natuurlandschappen in Europa
Opdrachten maken
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
Uitleggen wat het verschil is tussen weer en klimaat;
Uitleggen wat een klimaatfactor is en hier een voorbeeld van geven;
Verklaren wat de invloed is van breedteligging op het klimaat;
Verklaren wat de invloed van hoogteligging is op het klimaat;
Verklaren wat de invloed de golfstroom heeft op het klimaat in Europa;
Uitleggen welke invloed de wind heeft op de temperatuur
Slide 3 - Diapositive
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Slide 6 - Question ouverte
Weer
Toestand van de lucht: temperatuur, wind, neerslag
Verandert elke dag
Een bepaald moment: gisteren, nu of straks
Een klein gebied (provincie)
Klimaat
Het gemiddelde weer (temperatuur, wind, neerslag)
Verandert langzaam
Gemeten over lange periode (30 jaar)
Groot gebied (aantal landen of continent)
Slide 7 - Diapositive
De Klimaatfactoren zijn factoren die bepalen hoe warm of koud het is.
Slide 8 - Carte mentale
Slide 9 - Diapositive
De breedteligging
Dit gaat over de afstand tot de evenaar. Hoe verder bij de evenaar vandaan, hoe kouder.
De breedteligging heeft op twee manieren invloed op de temperatuur:
1. zoninvalshoek
2. afstand van de zonnestralen
breedtelijnen
Dit zijn de lijnen vanaf de evenaar (0 graden) naar de polen (90 graden).
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hoogteligging
Hoe hoger hoe kouder
1000m stijgen = - 6°C
100m stijgen = -0,6 graden
Slide 13 - Diapositive
Werkzaamheden
Lees de theorie van paragraaf 2.1
Maak opdracht 1 t/m 3
Ben je klaar? Maak opdracht 4 t/m 10
Slide 14 - Diapositive
Deze les:
Herhaling deel 1 van par. 2.1
Uitleg deel 2 van par. 2.1 - Golfstroom - Wind
Opdrachten maken
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Europa ligt in de gematigde zone -> wat houdt dat in?
niet heel warm, niet heel koud
op hoge breedte is het kouder dan op lage breedte
Zuid-Europa ligt in de subtropen -> het ligt dicht bij de tropische zone, warm!
groot deel van Noord-Europa ligt boven de poolcirkel, koud!
Binnen de gematigde zone zijn dus grote temperatuurverschillen => breedteligging bepaalt de temperauur.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Invloed warme Golfstroom in Europa: deze warme zeestroom zorgt ervoor dat warme lucht via zee in Europa komt. Zo zie je dat de Golfstroom langs Noorwegen gaat.... en dat heeft gevolgen!
Een koude zeestroom stroomt langs de kust van Canada. Dit zorgt voor koude lucht in dit gebied...
Wind en zeestromen kunnen zorgen voor temperatuurverschil tussen plaatsen die op dezelfde breedteligging liggen
Slide 19 - Diapositive
Invloed van zeestromen op de temperatuur
Zeestromen brengen warm water naar gebieden waar het kouder is.
Zeestromen brengen koud water naar gebieden waar het warmer is.
De warme Golfstroom brengt warm water vanaf de Golf van Mexico naar de westkust van Europa -> ook Nederland heeft hier profijt van.
=> Het warme water van de Golfstroom zorgt er voor dat het aan de westkust van Europa nooit heel erg koud is.
Slide 20 - Diapositive
Invloed van de wind op de temperatuur
Zomer: zeewater warmt langzaam op -> de wind is daardoor koel -> aan de kust is het daardoor koeler dan in het binnenland.
Winter: zeewater koelt langzaam af -> de wind is niet zo koud -> aan de kust is het daardoor warmer dan in het binnenland.
wind van zee naar land = aanlandige wind
wind van land naar zee = aflandige wind
Slide 21 - Diapositive
Samengevat:
Zeestromen hebben invloed op de temperatuur
Wind heeft invloed op de temperatuur
Slide 22 - Diapositive
Werkzaamheden
Lees de theorie van paragraaf 2.1
Maak opdracht 4 t/m 10 van paragraaf 2.1
Slide 23 - Diapositive
Je ziet de weerkaart van Scandinavie in februari
Opdracht in tweetallen:
Vergelijk de temperatuur tussen de plaatsen Kuusamo in Finland en Mo i Rana in Noorwegen. Er is een verschil in temperatuur terwijl deze plaatsen wel op dezelfde breedte liggen.
Hoe komt dat denk je?
Kom je er niet uit, zoek dan informatie in je boek of op internet.
Geef je antwoord door in de volgende vraag!
Slide 24 - Diapositive
Er zijn grote temperatuurverschillen in Scandinavië omdat.....