H10 Meten Les 4

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.

Slide 1 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Doel van de les:
We herhalen de vorige les.

Je kunt maten in sommen gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Hoofdstuk 10 - Meten - nakijken les 3

Hoeveel mm zit er in een cm?

Hoeveel cm zit er in een m?

Slide 3 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.3 - Meter en centimeter - les 3
100 centimeters zijn samen 1 meter.
1 meter is dus 100 centimeter.




les 3

Slide 4 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.3 - Meter en centimeter - les 3
Hoe lang is de toonbank in meter?
les 3
De toonbank is 300 cm lang.
100 centimeter = 1 meter, dus 
300 centimeter = 3 meter.

Je schrijft 3m.

Slide 5 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.3 - Meter en centimeter - les 3
Een meter bestaat uit 100 stukken van 1 centimeter.
1 centimeter is 0,01 meter.
les 3

Slide 6 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.3 - Meter en centimeter - les 3
Wat is de breedte van de baksteen in meter?

les 3
De breedte van de baksteen is 7 cm.
1 cm = 0,01 m, dus 7 cm = 0,07 m.
De breedte van de baksteen is 0,07 m.

Slide 7 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.3 - Meter en centimeter - les 3 (opdr. 39 - 40 - 41)
les 3
Wat is de breedte van het tapijt in meter?
De breedte van het tapijt is 120 cm.
100 cm = 1 m.
20 cm = 0,20 m.
1 m + 0,20 m = 1,20 m.
De breedte van het tapijt is 120 cm.
120 cm is dus hetzelfde als 1,20 m.

Slide 8 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
les 4
Je kunt ook rekenen met afmetingen.
Soms moet je meters als centimeters schrijven om iets uit te rekenen.

Piet zaagt een plank in stukken van 20 cm.
In hoeveel stukken zaagt Piet de plank?

Slide 9 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
10.4 - Kilometer en meter
les 4
Stap 1
Schrijf de lengte in centimeter.
1 m = 100 cm.

Stap 2
Reken uit.

De plank kan in 5 stukken van 20 cm worden gezaagd.
Piet zaagt de plank in 5 stukken.

Slide 10 - Diapositive

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken
les 4
Samen maken: opdracht 47 en 48
Zelf maken: Test jezelf en Door elkaar
WAT?
KLAAR?
THUIS
Studiemeter Hoofdstuk 10 afmaken.

Slide 11 - Diapositive