2.2 Materialen en stoffen -eigenschappen

Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof
1 / 31
suivant
Slide 1: Quiz
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Van welk materiaal kun je het beste een kachel ontwerpen?
A
rubber
B
staal
C
papier
D
kunststof

Slide 1 - Quiz

3.2 Materialen en stoffen - deel 1
Je leert...
  • ...wat materialen en stoffen zijn
  • ...wat stofeigenschappen zijn
  • ...welke verschillende houtsoorten er zijn
  • ...wat duurzaam betekent

Slide 2 - Diapositive

MATERIALEN?
Materialen zijn stoffen waarmee je iets kunt maken (ontwerpen)

Materialen of stoffen betekenen eigenlijk hetzelfde...

Hout, steen, metaal, papier, leer, rubber, klei of bijvoorbeeld keramiek (aardewerk)

Slide 3 - Diapositive

Een bank van textiel
Een bank van beton en hout

Slide 4 - Diapositive

Het bankje in de woonkamer is gemaakt van een heel ander materiaal dan het bankje in het park. Waarom zou dat zo zijn?

Slide 5 - Question ouverte

STOF-EIGENSCHAPPEN?
Soms is een materiaal of stof totaal niet geschikt om er iets van te maken.

In dat geval heeft het materiaal niet de juiste
stof-eigenschappen!




Slide 6 - Diapositive

WELKE STOF-EIGENSCHAPPEN?
Stoffen kun je herkennen aan hun stofeigenschappen.

STOFEIGENSCHAPPEN:
Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, kookpunt en smeltpunt.

Slide 7 - Diapositive

Wat was de FASE van een stof ook alweer?
A
of een stof vloeibaar of vast of gasvormig is
B
of een stof in de puberteit zit
C
of een stof geschikt is om er iets van te maken
D
of een stof sterk genoeg is

Slide 8 - Quiz

Welke stof zie je hiernaast afgebeeld?
A
ijzer
B
lood
C
goud
D
zilver

Slide 9 - Quiz

WELKE STOF-EIGENSCHAPPEN?
STOFEIGENSCHAPPEN:
Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, kookpunt en smeltpunt.

VORM en HOEVEELHEID (MASSA) zijn dus GÉÉN
stofeigenschappen

Slide 10 - Diapositive

Wat ben ik? Ik ben gasvormig, je kunt me niet zien en je kunt me niet ruiken maar je hebt me heel hard nodig om te kunnen leven...

Slide 11 - Question ouverte

Wat ben ik? Ik ben vloeibaar, mijn kleur is wit en niet doorzichtig, ik bederf of word zuur, mijn smaak verandert bij opwarmen en ik ben niet giftig....

Slide 12 - Question ouverte

Wat ben ik? Ik ben een vaste stof, los op in water, smelt bij verwarmen, je kunt me eten, mijn kleur is wit, ik heb geen geur en ik smaak zoet....

Slide 13 - Question ouverte

Hoe kun je het verschil waarnemen tussen melk en karnemelk

Slide 14 - Question ouverte

Waarom is de massa (hoeveelheid) van een stof geen stofeigenschap?

Slide 15 - Question ouverte

Water komt voor in drie fasen
vast                          vloeibaar                         gas?

Slide 16 - Diapositive

Fases, ook even op bord
Stoffen kunnen in 3 fases verschijnen:

- Vast
- Vloeibaar
- Gas

Slide 17 - Diapositive

Hoe heeft de fase overgang van
gas naar vloeibaar
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 18 - Quiz

Hoveel fase-overgangen zijn er ?
A
2
B
6
C
4
D
5

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de fase overgang van vast naar vloeibaar
A
smelten
B
stollen
C
rijpen
D
sublimere

Slide 20 - Quiz

Welke fase overgang zie je in deze afbeelding?
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 21 - Quiz

Condenseren is de fase-overgang van vloeibaar naar gas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Welke fase overgang zie je hiernaast?
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 23 - Quiz

Dichtheid
Ook dichtheid is een stofeigenschap. De dichtheid is wat een
cm3 weegt.

Slide 24 - Diapositive

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 25 - Diapositive

2.4.2 Je kunt uitleggen waarom dichtheid een stofeigenschap is.

Dichtheid als stofeigenschap
  • Dichtheid is een stofeigenschap.

Slide 26 - Diapositive

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 27 - Quiz

De dichtheid van ijs is
____ dan de dichtheid
van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
GROTER
B
KLEINER

Slide 28 - Quiz

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 29 - Quiz

Water heeft een dichtheid van 1 g/cm3
Olie heeft een dichtheid van 0,9 g/cm3
Aluminium heeft een dichtheid van 2,7 g/cm3
perspex heeft een dichtheid van 1.2 g/cm 3

Welke stof heeft de kleinste dichtheid?
A
water
B
olie
C
aluminium
D
perspex

Slide 30 - Quiz

3.2 Materialen en stoffen - deel 1
Je hebt geleerd...
  • ...wat materialen en stoffen zijn
  • ...wat stofeigenschappen zijn
  • je kent de 3 fasen
  • je kent de fase overgangen

Slide 31 - Diapositive