Chapitre 5, Bron F
1 / 15
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Traduis F-N:
le poisson
le poisson
A
de vis
B
de hond
C
de kat
D
de koe
Slide 4 - Quiz
Traduis F-N:
quand
quand
A
aankomen
B
wie
C
wat
D
wanneer
Slide 5 - Quiz
Traduis F-N:
timide
timide
Slide 6 - Question ouverte
Traduis F-N:
content(e)
content(e)
Slide 7 - Question ouverte
Traduis F-N:
Il est grand? Non, il est petit.
Il est grand? Non, il est petit.
Slide 8 - Question ouverte
Traduis N-F:
van gemiddelde lengte
van gemiddelde lengte
A
de taille moyenne
B
en taille moyenne
C
le taille moyenne
D
la taille moyenne
Slide 9 - Quiz
Traduis N-F:
grappig
grappig
A
sympa
B
marrant
C
drôle
D
funny
Slide 10 - Quiz
Traduis N-F:
het konijn
het konijn
Slide 11 - Question ouverte
Traduis N-F:
Is hij aardig? Ja, en hij is grappig.
Is hij aardig? Ja, en hij is grappig.
Slide 12 - Question ouverte
Traduis N-F:
Houdt zij van sport?
Houdt zij van sport?
