Chapitre 6, Bron F
1 / 15
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Traduis F-N:
le village
le village
A
de stad
B
het steegje
C
het dorp
D
de stedeling
Slide 4 - Quiz
Traduis F-N:
la campagne
la campagne
A
de campagne
B
de landbouw
C
de stad
D
het platteland
Slide 5 - Quiz
Traduis F-N:
depuis
depuis
Slide 6 - Question ouverte
Traduis F-N:
déménager
déménager
Slide 7 - Question ouverte
Traduis F-N:
Oui, parce que c'est une grande ville.
Oui, parce que c'est une grande ville.
Slide 8 - Question ouverte
Traduis N-F:
het voordeel
het voordeel
A
l'avantage
B
le désavantage
C
le advantage
D
la advantage
Slide 9 - Quiz
Traduis N-F:
de tuin
de tuin
A
le garden
B
la maison
C
le jardin
D
la jardin
Slide 10 - Quiz
Traduis N-F:
In mijn wijk, is er een café.
In mijn wijk, is er een café.
Slide 11 - Question ouverte
Traduis N-F:
Hoe gaan wij naar het café?
Hoe gaan wij naar het café?
Slide 12 - Question ouverte
Traduis N-F:
Houden jullie van Parijs?
Houden jullie van Parijs?
