2TH HV-boek Grammatica zinsdelen §5 Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Welkom 2C!

Doe je telefoon in de telefoontas.

Ga zitten volgens de plattegrond.

Deze les...

- Stil lezen

- Doelen doornemen

- Planning doornemen

- Uitleg naamwoordelijk gezegde

- Online maken 2HV Cursus 5 > §5 Werkwoordelijk 

of naamwoordelijk gezegde

Stil lezen

Pak je boek

en ga

lekker lezen.

Doelen

- Ik kan pv, ow, gez, lv, mv en bwb in een zin aanwijzen.

- Ik kan bepalen of een zin een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde heeft.

Planning

Maandag 2 oktober:        §1 Herhaling leerjaar 1HV

Dinsdag 3 oktober:          §3 Naamwoordelijk gezegde

Donderdag 5 oktober:    §5 Werkw. of naamw. gez.

Maandag 9 oktober:        §9 Samengestelde zinnen

Dinsdag 10 oktober:        Herhaling / vragen stellen

Donderdag 12 oktober:  Herhaling / vragen stellen

Dinsdag 17 oktober:         Repetitie grammatica zinsdelen

§5 Werkw. of naamw. gezegde

Ken je de mogelijke koppelwerkwoorden nog?

§5 Werkw. of naamw. gezegde

Ken je de mogelijke koppelwerkwoorden nog?

Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen

§5 Werkw. of naamw. gezegde

Vergelijk de volgende zinnen:

>> Ramon / heeft / vanmorgen / kranten / bezorgd.

>> Damla / zal / nog lang / de snelste / blijven.

Zitten er mogelijke koppelwerkwoorden in?

§5 Werkw. of naamw. gezegde

>> Ramon / heeft / vanmorgen / kranten / bezorgd.

geen mogelijk koppelwerkwoord, dus wg.

wg: heeft bezorgd

>> Damla / zal / nog lang / de snelste / blijven.

'blijven' is een koppelwerkwoord, het geeft aan wat Damla 'is'.

ng: zal [de snelste] blijven

§5 Werkw. of naamw. gezegde

Vergelijk de volgende zinnen:

>> Mijn kleine broertje / is / in de tuin.

>> Mijn kleine broertje / is / een lieve jongen.

Zitten er mogelijke koppelwerkwoorden in?

§5 Werkw. of naamw. gezegde

>> Mijn kleine broertje / is / in de tuin.

Mijn kleine broertje is niet 'iets', hij is 'ergens'.

wg: is

>> Mijn kleine broertje / is / een lieve jongen.

Mijn kleine broertje is 'iets', namelijk: een lieve jongen.

ng: is [een lieve jongen]

§5 Werkw. of naamw. gezegde

Bepaal of je te maken hebt met een wg of een ng:

1. Noteer pv en ow. 

2. Vraag: Staat er een mogelijk koppelwerkwoord in de zin?

     Nee: wg (pv en evt. andere ww's)

     Ja: stap 3

3. Vraag: Zegt de ww wat iemand of iets ís/wordt/blijft/...?

     Nee: wg (pv en evt. andere ww's)

     Ja: stap 4 

4. Vraag: Wat + pv + ow + overige ww's? Antw. = nw.deel

     Noteer het ng.

Rogier Koning is al jaren mijn beste vriend.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Petra geeft een groot feest voor haar verjaardag.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Honden blijken erg gezellige huisdieren te zijn.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Marianne is met haar vriendinnen naar het zwembad geweest.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Noteer het gezegde. Ng? Zet vierkante haken om het naamwoordelijk deel.

Mevrouw Zomer is een goede docent.

Noteer het gezegde. Ng? Zet vierkante haken om het naamwoordelijk deel.

Meneer Faas belt al zijn mentorleerlingen op.

Noteer het gezegde. Ng? Zet vierkante haken om het naamwoordelijk deel.

Sven wil beter leren skateboarden.

Noteer het gezegde. Ng? Zet vierkante haken om het naamwoordelijk deel.

Mirna wil later kinderarts worden.

Vragen?

Welke vragen heb je nog?

Aan de slag!

Ga naar Magister > Nieuw Nederlands > 2 havo-vwo >

Cursus 5 > §5 Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

Maak alle opdrachten van de paragraaf.

Deze opdrachten zijn huiswerk voor maandag 9 oktober.

Stel vragen als je iets niet snapt.