Probeersel: Begrijpend Lezen: Ontdek de essentie van teksten

Begrijpend Lezen: Ontdek de essentie van teksten

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de tekstdoelen en het onderwerp van teksten achterhalen, de hoofdgedachte van een tekst begrijpen, en verbanden en signaalwoorden herkennen.

Wat weet je al over begrijpend lezen?

Wat is begrijpend lezen?

Begrijpend lezen is het begrijpen en interpreteren van geschreven teksten om de essentie ervan te achterhalen.

Tekstdoelen

Teksten hebben verschillende doelen, zoals informeren, overtuigen, vermaken of instructies geven.

Onderwerp van teksten

Het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat. Het kan bijvoorbeeld gaan over geschiedenis, natuur, sport, etc.

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste boodschap of het belangrijkste idee van de tekst.

Verbanden

Verbanden in een tekst helpen om de samenhang tussen verschillende stukken informatie te begrijpen. Dit kunnen bijvoorbeeld oorzaak-gevolg, vergelijkings- of tegenstellingsverbanden zijn.

Signaalwoorden

Signaalwoorden zijn woorden die aangeven welk verband er tussen zinnen of alinea's bestaat, zoals 'omdat', 'daarom', 'maar', 'echter', etc.

Voorbeeldtekst - Doel en Onderwerp

Lees de volgende tekst en bepaal het doel en het onderwerp ervan.

Voorbeeldtekst - Hoofdgedachte

Lees de volgende tekst en bepaal de hoofdgedachte ervan.

Voorbeeldtekst - Verbanden

Lees de volgende tekst en identificeer de verbanden tussen de zinnen of alinea's.

Voorbeeldtekst - Signaalwoorden

Lees de volgende tekst en markeer de signaalwoorden die je kunt vinden.

Oefening - Doel en Onderwerp

Lees de onderstaande tekst en bespreek in groepen het doel en het onderwerp.

Oefening - Hoofdgedachte

Lees de onderstaande tekst en bepaal de hoofdgedachte.

Oefening - Verbanden

Lees de onderstaande tekst en identificeer de verbanden tussen de zinnen of alinea's.

Oefening - Signaalwoorden

Lees de onderstaande tekst en markeer de signaalwoorden die je kunt vinden.

Samenvatting

We hebben geleerd hoe we de tekstdoelen en het onderwerp van teksten kunnen achterhalen, de hoofdgedachte van een tekst kunnen begrijpen, en verbanden en signaalwoorden kunnen herkennen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.