Porteum S1: bronnen E + F en AVOIR
1 / 28
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
ont
ai
a
avez
avons
as
J'
Tu
Il, elle
Nous
Ils, elles
Vous
Slide 3 - Question de remorquage
Marie____ un chien.
Noteer alleen de juiste vorm.
Noteer alleen de juiste vorm.
Slide 4 - Question ouverte
Dianne et Lisa ____ un lapin.
Noteer alleen de juiste vorm.
Noteer alleen de juiste vorm.
Slide 5 - Question ouverte
Vous____ un frère?
Slide 6 - Question ouverte
On ______ une soeur.
Noteer alleen de juiste vorm.
Noteer alleen de juiste vorm.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Vertaal in het Nederlands:
La mer
La mer
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal in het Nederlands:
quelque chose
quelque chose
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal in het Nederlands:
ensemble
ensemble
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal in het Nederlands:
c'est quoi?
c'est quoi?
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
maar
maar
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
het bericht
het bericht
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
er is, er zijn
er is, er zijn
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
vandaag
vandaag
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Vertaal in het Nederlands:
le portable
le portable
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal in het Nederlands:
la cousine
la cousine
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal in het Nederlands:
donc
donc
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
de neef
de neef
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
het land
het land
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal in het Frans:
alstublieft (als je iets geeft).
alstublieft (als je iets geeft).
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Tu as quel âge?
Slide 25 - Question ouverte
Tu as un frère?
Slide 26 - Question ouverte
Au revoir!
