04 Samenhang

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen/Luisteren

NED Periode 3

Lezen/Luisteren 

Deze lessenserie bereid je voor op het examen Lezen/Luisteren

Je doet de opdrachten op niveau 2F...

...tenzij je een vrijstelling hebt of al examen Lezen/Luisteren hebt gedaan. Dan doe je de opdrachten op niveau 3F

In de Bufferweek krijg je een toets Lezen/Luisteren op jouw niveau

Theorie van de vorige lessen oefenen

8 vragen | 30 seconden per vraag

Je wilt weten welke microfoon je moet gebruiken om een podcast te maken. Welke leesstrategie gebruik je?

1. Verkennend
2. Globaal
3. Gericht
4. Intensief

Met behulp van welk teken
kun je het onderwerp van een tekst vinden?

1. een @
2. een #
3. een ©
4. een <3

Wat voor tekstvorm is dit?

1. Infographic
2. Gebruiksaanwijzing
3. Recept
4. Handleiding

Waar staat de aanleiding voor een tekst?

1. Titel
2. Inleiding
3. Middenstuk
4. Slot

Wat geeft de belangrijkste boodschap
van een tekst weer?

1. Onderwerp
2. Hoofdgedachte

Welke onderdelen zie je hier?

1. Titel
2. Inleiding
3. Middenstuk
4. Slot

Wat is niet het doel van deze app?

1. Advies geven
2. Overhalen
3. Informeren
4. Instructie geven

Waar staat deze zin:

VVD is tegen woningwet De Jonge

1. Titel
2. Inleiding
3. Middenstuk
4. Slot

Lezen/Luisteren 

01 Tekstsoorten en leesstrategieën 

02 Onderwerp en hoofdgedachte

03 Tekstopbouw

04 Samenhang

05 Hoofd- en bijzaken

06 Informatie en meningen (3F argumenteren)

07 Evalueren

08 Samenvatten

Eindtoets Lezen/Luisteren 2F of 3F 

in de Bufferweek

Lezen/Luisteren 

03 Tekstopbouw, je leert..

Wat de 

vier vaste onderdelen van een tekst zijn

Hoe je

titel, inleiding, kern en slot in een tekst herkent

1

2

Lezen/Luisteren 

03 Tekstopbouw

Titel

1

Inleiding

Middenstuk

Slot

2

3

4

niet meer dan één zin

Lezen/Luisteren 

03 Tekstopbouw

Titel

1

Inleiding

Middenstuk

Slot

2

3

4

niet meer dan één zin

hierin staat altijd de aanleiding: waarom iemand schrijft

Lezen/Luisteren 

03 Tekstopbouw

Titel

1

Inleiding

Middenstuk

Slot

2

3

4

niet meer dan één zin

hierin staat altijd de aanleiding: waarom iemand schrijft

is altijd meer dan één alinea; heeft deelonderwerpen en argumenten (ten eerste, ten tweede, ten derde...); tussenkopjes

Lezen/Luisteren 

03 Tekstopbouw

Titel

1

Inleiding

Middenstuk

Slot

2

3

4

niet meer dan één zin

hierin staat altijd de aanleiding: waarom iemand schrijft

is altijd meer dan één alinea en heeft alle argumenten (ten eerste, ten tweede, ten derde...), vaak tussenkopjes

met belangrijkste conclusies van een tekst (kortom, samenvattend..)

Bij welk onderdeel hoort de zin..?

6 vragen | 1 minuut per vraag

zin:

'Studenten hebben de telefoon in de klas nodig. Een voorbeeld daarvoor is de LessonUp'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

zin:

'Kortom: het verbod van minister Wiersma heeft een negatief effect op studenten'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

zin:

'Voorstanders van het verbod zeggen dat de concentratie van studenten achteruit gaat, maar dat is een slecht argument want...'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

zin:

'Telefoonverbod heeft negatief effect op studenten'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

'Kortom, het idee van de minister is slecht: telefoons moeten gewoon de klas in mogen'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

zin:

'Gisteren zei minister Wiersma dat hij telefoons in de klas wil verbieden. Daar ben ik het niet mee eens. In deze tekst vertel ik waarom'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

zin:

'Ten derde zorgen telefoons ervoor dat studenten veel te veel tijd achter een scherm zitten'

1. titel
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot

Stellingen over tekstopbouw

8 vragen | 30 seconden per vraag

'onder een tussenkopje staat altijd maar één alinea'

1. waar
2. niet waar

'in het slot word je enthousiast gemaakt om de tekst te lezen'

1. waar
2. niet waar

'de inleiding is altijd een dikgedrukt stuk tekst'

1. waar
2. niet waar

'in een krantenbericht staat de naam van de schrijver altijd na de titel'

1. waar
2. niet waar

'het antwoord op de hoofdvraag van een tekst staat in het slot'

1. waar
2. niet waar

'aanleiding betekent hetzelfde als inleiding'

1. waar
2. niet waar

'een titel kan nooit een vraag zijn'

1. waar
2. niet waar

'in een sollicitatiebrief noem je in de inleiding de vacature waarop je reageert'

1. waar
2. niet waar

Lezen/Luisteren 

Opwarmoefening

5 min

hoofd- en bijzaken opschrijven in jouw leven

Lezen/Luisteren 

04 Samenhang, je leert..

Dat je in een tekst samenhang krijgt door

signaalwoorden te gebruiken

1

Lezen/Luisteren 

04 Samenhang

Je gebruikt in een tekst signaalwoorden. 

Het geeft en verband tussen meerdere stukken tekst weer

Een signaalwoord geeft iets aan (geeft 'een signaal') over de relatie tussen die twee stukken tekst

Vragen over samenhang/signaalwoorden

8 vragen | 30 seconden per vraag

Wat geeft het signaalwoord 'vroeger' aan?

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Tijdsbepaling
4. Voorbeeld

Wat geeft het signaalwoord 'ten slotte' aan?

1. Conclusie
2. Oorzaak-gevolg
3. Tijdsbepaling
4. Opsomming

Wat geeft het signaalwoord 'mits' aan?

1. Voorwaarde
2. Conclusie
3. Opsomming
4. Argument

Wat geeft het signaalwoord 'en' aan?

1. Tegenstelling
2. Oorzaak-gevolg
3. Opsomming
4. Argument

Wat geeft het signaalwoord 'daardoor' aan?

1. Voorbeeld
2. Oorzaak-gevolg
3. Conclusie
4. Argument

Wat geeft het signaalwoord 'anderzijds' aan?

1. Voorbeeld
2. Tijd
3. Samenvatting
4. Tegenstelling

Wat geeft het signaalwoord 'ten derde' aan?

1. Tegenstelling
2. Oorzaak-gevolg
3. Opsomming
4. Argument

Wat geeft het signaalwoord 'nadat' aan?

1. Tijdsbepaling
2. Oorzaak-gevolg
3. Voorbeeld
4. Vergelijking

Lezen/Luisteren 

Maak de opdracht 'Signaalwoorden'

2F

3F

&

Lezen/Luisteren 

Ga naar Taalblokken > Bouwstenen

2F

Maak 05 Hoofd- en bijzaken > Lezen/Luisteren

3F

Maak 05 Hoofd- en bijzaken > Lezen/Luisteren

Lezen/Luisteren 

05 Hoofd- en bijzaken

Hoofdzaken zijn de belangrijkste dingen in een tekst

Bijzaken zijn minder belangrijk

&

Een bijzaak hoort bij een hoofdzaak en kan niet bestaan zonder hoofdzaak