Verslag schrijven - de basis

EEN VERSLAG SCHRIJVEN
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

EEN VERSLAG SCHRIJVEN

Slide 1 - Diapositive

Wat is belangrijk
bij het schrijven van een
verslag?

Slide 2 - Carte mentale

INHOUD VAN EEN VERSLAG
- Voorpagina
- Inhoudsopgave
- Inleiding/ voorwoord
- Inhoud van het verslag
- Bijlagen

Slide 3 - Diapositive

VOORPAGINA
(ook wel: het titelblad)
- Titel van het verslag
- Naam van de schrijver
- Studentnummer van de schrijver
- Eventueel: docent waarbij je het inlevert

Slide 4 - Diapositive

INHOUDS-OPGAVE
(doet Word vanzelf)
- Eerst: invoegen -> paginanummer
- Daarna: verwijzingen -> inhoudsopgave

Slide 5 - Diapositive

INLEIDING
(introduceer het onderwerp voor de lezer)
- begin met jezelf voor te stellen.
- vertel waarom je dit verslag geschreven hebt
- thema: waar gaat het verslag over?
- wat kan de lezer verwachten?

Slide 6 - Diapositive

SCHRIJF EEN (korte) INLEIDING VAN EEN STAGEVERSLAG

Slide 7 - Question ouverte

TIPS:
- maak gebruik van alinea's!
- hou het beknopt, werk met vragen en korte zinnen
- spreek de lezer aan, maak geen gebruik van het woord 'ik'
- lees het verslag hardop na

Slide 8 - Diapositive

SCHRIJF OP: in ongeveer vijf zinnen wat jij afgelopen zaterdag deed

Slide 9 - Question ouverte

ZATERDAG
Zaterdag ging ik met mijn moeder naar de stad om nieuwe kleren te kopen. Toen we in de winkel waren, ging ineens het alarm van de poortjes af. En toen rende een beveiliger keihard door de winkel heen om iemand aan te houden. Maar toen hij bij de poortjes kwam, zat daar alleen een monteur. Die had niks gestolen, maar was de poortjes aan het testen. En toen werd de beveiliger knalrood. Dat was grappig.
Lees het verslag

Slide 10 - Diapositive

ZATERDAG
Zaterdag ging ik met mijn moeder naar de stad om nieuwe kleren te kopen. Toen we in de winkel waren, ging ineens het alarm van de poortjes af. En toen rende een beveiliger keihard door de winkel heen om iemand aan te houden. Maar toen hij bij de poortjes kwam, zat daar alleen een monteur. Die had niks gestolen, maar was de poortjes aan het testen. En toen werd de beveiliger knalrood. Dat was grappig.
Het verslag is nogal saai, doordat veel zinnen met 'toen', 'maar toen' en 'en toen' beginnen.
Welke woorden zou je in plaats daarvan kunnen gebruiken?

Slide 11 - Diapositive

DEZE WOORDEN IN DE PLAATS GEZET WORDEN:

Slide 12 - Question ouverte

(huiswerk) OPDRACHT:
Je moet een (sport)activiteit uitvoeren met kinderen van 12 t/m 15 jaar. Maak hier een kort verslag van. 
Inhoudsopgave hoeft niet.
Wel: voorpagina, inleiding en de uitwerking van één (sport)activiteit

Slide 13 - Diapositive