TL-2: Herhalingsles H11

Hoofdstuk 11 Herhalingsles (+ bonus 10.4)
Belangrijk voor de toets
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 11 Herhalingsles (+ bonus 10.4)
Belangrijk voor de toets

Slide 1 - Diapositive

Puberdagboek
Vrijdag 21/03/2025

Slide 2 - Diapositive

Planning
  1. Theorie
  2. Opdrachten samenvatten
  3. Opdrachten bespreken
  4. Quizvragen 

Slide 3 - Diapositive

10.4 - HIV / Aids (bonus)

Slide 4 - Diapositive

Hiv (virus dat Aids veroorzaakt)
  • Tast afweersysteem aan (witte bloedcellen)
  • Onveilige seks (zonder condoom)
  • Bloedcontact (besmette naalden, bloedtransfusies)
  • Van moeder op kind (tijdens zwangerschap, bevalling, borstvoeding)

Slide 5 - Diapositive

Kan je hiv krijgen door met iemand te zoenen?

  • Nee, alleen bloed op bloed contact

Slide 6 - Diapositive

Welke anticonceptie beschermt tegen HIV?

Slide 7 - Diapositive

Alleen condoom en vrouwen
condoom beschermen!
Welke anticonceptie beschermt tegen HIV?

Slide 8 - Diapositive

Hoofdstuk 11

Slide 9 - Diapositive

Voortplantingsstelsel man
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • De balzak ligt om de zaadbal en de bijbal heen
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe (dan heet het sperma)
  • Vanaf de eerste zaadlozing is een jongen vruchtbaar
pagina 9

Slide 10 - Diapositive

Voortplantingsstelsel vrouw
- eileiders (2):
- eierstok (4)
- vagina (7)
- baarmoeder (1)

Slide 11 - Diapositive

Voortplantingsstelsel vrouw
  • eileiders (2): vindt bevruchting plaats
  • eierstok (4): opslaan
    de eicel
  • vagina (7): ingang voor penis
    / opvangen zaadcellen
  • baarmoeder (1):  vindt de ontwikkeling van de bevruchte eicel plaats

pagina 12

Slide 12 - Diapositive

Pagina 16, Belangrijk

Slide 13 - Diapositive

Op welke datum is de eisprong?
  • 28 - 14 = 14 februari
Op welke datum wordt ze weer ongesteld?
  • 28 februari + 28 dagen = 27 maart
  • (dag 1 is 1 maart, 27 dagen later is het 27 maart)

Slide 14 - Diapositive

blz. 43

Slide 15 - Diapositive

een of tweeeig?

Slide 16 - Diapositive

Een-eigen tweeling
Volledige splitsing 

Siamese tweeling
Onvolledige splitsing 

Slide 17 - Diapositive

blz. 36

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

3 fases van
de geboorte

Slide 20 - Diapositive

blz. 41
3 fases van
de geboorte

Slide 21 - Diapositive


Jongen of meisje?
Elk paar chromosomen is even lang;
 behalve het 23ste paar van een man.
Hij heeft een X- en een Y-chromosoom.


23ste paar chromosomen bij vrouw wél even lang.
Zij heeft twee X-chromosomen.
blz. 48

Slide 22 - Diapositive

Waarom lijk je dan op je ouders?

  • Helft 'bouwpakket'  (man)
  1. 23 chromosomen die je van vader kreeg
  • Helft 'bouwpakket' (vrouw)
  1. 23 chromosomen die je van moeder 

blz. 46

Slide 23 - Diapositive

Maken Samenvatten (p.63)
* vragen mag je overslaan
timer
20:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Wat is géén manier waarop hiv kan worden overgedragen?
A
Tongzoenen
B
Seks
C
Moeder op kind
D
Delen injectienaald

Slide 36 - Quiz

Welke vaten voeren afvalstoffen af van de foetus?
A
Navelstrengaders
B
Navelstrengslagaders

Slide 37 - Quiz

Welke van de volgende voorbehoedsmiddelen beschermt tegen SOA’s?
A
De anticonceptiepil
B
Spiraaltje
C
Zaaddodende pasta
D
Condoom

Slide 38 - Quiz

Wat is de functie van de eileider?
A
Hierin vindt de bevruchting plaats
B
Hierin worden onrijpe eicellen opgeslagen
C
Hierin wordt sperma opgevangen tijdens geslachtsgemeenschap
D
Hierin vindt de ontwikkeling van de bevruchte eicel plaats

Slide 39 - Quiz

Welke structuur produceert zaadcellen?
A
Zaadleider
B
Bijbal
C
Teelballen
D
Prostaat

Slide 40 - Quiz

Op welke dag is de eisprong in een regelmatige cyclus (28 dagen)?
A
Dag 21
B
Dag 28
C
Dag 14
D
Dag 7

Slide 41 - Quiz

Hoe lang blijft een eicel gemiddeld in leven na de eisprong?
A
Ongeveer een week
B
Vier weken
C
12 - 24 uur
D
6 - 12 uur

Slide 42 - Quiz

Welke volgorde is juist tijdens de bevalling?
A
Uitdrijving → Ontsluiting → Nageboorte
B
Ontsluiting → Uitdrijving → Nageboorte
C
Nageboorte → Uitdrijving → Ontsluiting
D
Ontsluiting → Nageboorte → Uitdrijving

Slide 43 - Quiz

Hoe ontstaat een eeneiige tweeling?
A
Twee eicellen worden door twee zaadcellen bevrucht
B
Een bevruchte cel splitst zich (dus na bevruchting)
C
Een eicel deelt zich voor de bevruchting
D
Twee zaadcellen bevruchten één eicel tegelijk

Slide 44 - Quiz

Welke chromosomen bepalen het geslacht van een baby?
A
Alleen de X-chromosomen van de moeder.
B
Beide ouders geven altijd een X-chromosoom.
C
Alleen de Y-chromosomen van de vader.
D
De combinatie van X of Y.

Slide 45 - Quiz