Disk Thema 18 - Toekomst - Intro JFR

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 18 - Toekomst

Start van de les

Op jouw tafel ligt:

- witbordje, stift en doekje

- je map

- je iPad

- je pen, potlood en gum

Disk Thema 18 - Toekomst

Disk Thema 18 - Toekomst

Waarover gaat dit thema?

Dit thema gaat over jouw toekomst. 

Waar woon je over vijf jaar? 

Wat voor werk doe je over tien jaar? 

Weet je al wat je later wil worden? 

Denk je wel eens na over je toekomst?

. 

Je maakt een tijdlijn van je toekomst en praat daarover.

Je schrijft een verhaal over je toekomst.

Disk Thema 18 - Toekomst

Wat gaan we oefenen ?

Je praat over beroepen en je vult een schema in 

Je maakt vragen en houd een interview; je schrijft een tekst. 

Je leest over karakter en kwaliteiten; je speelt een spel en schrijft een tekst.

Je maakt een tijdlijn van je toekomst en praat daarover.

Je schrijft een verhaal over je toekomst.

Lesdoel

• Na deze les kun je uitleggen wat toekomst is en wat het   betekent. 
• je gaat nadenken over je toekomst !  

wat is
het woord "toekomst" in jouw taal?

Pak het NED. woordenboek

1.Zoek het woord TOEKOMST op.

2.schrijf de betekenis in je map, met een zin. 

zodat jij het begrijpt, b.v. ook een ander woord of de tegenstelling.  

3. vertaal in jouw eigen taal, zodat jij het begrijpt.

Waar denk jij aan bij
toekomst?

Waar woon jij over 5 jaar?

Wat is er leuk aan toekomst?
maak een zin..

Zijn er ook nadelen aan toekomst?

SAMEN

We kijken het filmpje aan het begin van het thema

Poster 

maak een poster over jouw zelf. 

papier 

nu   /   toekomst 

Zoek  plaatjes of schrijf mooie grote letters woorden, 

wat past bij wat jij in de toekomst graag wilt bereiken.

Zoek plaatjes wat jij in de toekomst graag wilt bereiken.

Pak je map 

huiswerk: 

Jij hebt de eerste 19 nieuwe woorden opschrijven in je map op het nieuwe papier. (vragen ?) 

je vond ze in magister bij huiswerk bij donderdag 3de uur.  

Kijk goed hoe je het moet schrijven, zodat je het zonder fouten in je map schrijft. 

Noem iets uit het aanbod van de supermarkt.

Wat wil jij later worden?

Alle mensen die in een flat wonen: noem je de bewoners van een flat.

1. waar
2. niet waar

is de zin goed :
ik bewoont een huis.

1. goed
2. niet goed

Schrijf de ik-vorm van afspreken

Noem iets wat je kunt combineren.

Als ik thuis kom, zeg ik mijn huisgenoten gedag en daarna ga ik....

Als iets definitief is...

1. dan kun je het nog veranderen.
2. dan kun je het niet meer veranderen.
3. dan wil je het graag veranderen.
4. dan wil iemand iets weten.

Een droombaan is........

1. is de mooiste baan die je wilt
2. is de baan die je wil
3. is de baan die je een beetje wil
4. Is na de school - of studie.

wat is je droombaan ?

de eigenschap .....

1. iets wat kan
2. iets wat jij goed kan en bij jouw past.
3. harde muziek is typisch voor oude mensen
4. ijverig zijn.... is niet een eigenschap

wat is een typische
eigenschap van jouw ?

het eiland

1. is klein stuk land
2. meervoud: eilands
3. klein stuk land met water erom heen
4. is een groot stuk land met veel water erop.

meervoud : de eis

1. de eisers
2. de eisen
3. de eiseneren
4. de eisens

de eis / de eisen

1. voor
2. de voorwaarden
3. " zo moet het" ....
4. wat kan

eruitzien

1. wat je van iemand of iets ziet !
2. wat je van iemand hoort of ziet !
3. ik wil iemand zo zien
4. wat ik van iemand kan zien !

feliciteren

1. iemand geld wensen
2. iemand geluk wensen

maak een zin met :
feliciteren / en hij

maak een zin met
> geluid<

maak een zin met
geschikt

HUISWERK

- Je hebt nu 19  woorden in je map staan.

- Zet de betekenis bij alle 19 de woorden die je opgeschreven hebt.

- Maak een zin met elk woord. 

huiswserk =  leren