Bron 1672

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Feestje in de klas
Met z'n alle gaan wij denkbeeldige ballonnen opblazen. Adem in via je neus en adem uit via je mond met je lippen getuit.

Slide 2 - Diapositive

Wat voelde je gebeuren in je lijf?

Slide 3 - Question ouverte

ADEMHALING

Slide 4 - Carte mentale

leesdoel: Je leert dat je de ademhaling kunt gebruiken om aan je gezondheid te werken. Je leert drie ademhalingsoefeningen die er voor zorgen dat je geest en lichaam beter functioneren.

Lesdoel: Je leert door de tekst te visualiseren de informatie beter te begrijpen.

 

Slide 5 - Diapositive

De juf/meester leest voor


onderstreep/ arceer de belangrijkste zinnen en moeilijke woorden

Slide 6 - Diapositive

Waar zie je het middenrif?
A
B
C

Slide 7 - Quiz

Denkvraag: Hoe kan het dat je blijft ademhalen op momenten dat je je daarvan niet bewust bent?

Slide 8 - Question ouverte

Om te ontspannen adem ik in:
A
Door een O te vormen met mijn tong en in te ademen
B
Door mijn buik in te ademen
C
Door mijn neus in te ademen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Op zoek!
Ga op zoek naar de signaalwoorden in deze tekst. Hoeveel kan jij er vinden?  Geef alle signaalwoorden een kleurtje in de tekst.

Tip: Gebruik het werkblad met de voorbeelden van signaalwoorden

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Ik

Slide 13 - Diapositive

Wij

Slide 14 - Diapositive

Jullie

Slide 15 - Diapositive

Jij: zelfstandig de hele bron visualiseren

Slide 16 - Diapositive

Denkvraag: Kan je een voorbeeld noemen van een moment, waar het beter was geweest als je eerst even verkoelend adem had gehaald in plaats van meteen reageren?

Slide 17 - Question ouverte

Waar gaat deze tekst vooral over?
A
Dat je ademhaling invloed kan hebben op je lichaam en geest
B
Dat veel mensen verkeerd ademen
C
D
Dat je oefeningen moet doen voor een goede ademhaling

Slide 18 - Quiz

Waardoor kun je meestal het beste inademen?
A
Je mond
B
Je mond en je neus
C
Je neus

Slide 19 - Quiz

Hoe moet je ademen voor een verkoelende ademhaling?
A
Door je neus
B
Door een rietje
C
Door je mond

Slide 20 - Quiz

Sommige mensen worden duizelig als ze diep en ontspannen ademen. Hoe kan dat?
A
Ze ademen in door hun neus
B
Ze krijgen te veel lucht binnen
C
Ze vergeten uit te ademen

Slide 21 - Quiz

Heb je de doelen behaald? Zo ja, waarom wel of niet?

Slide 22 - Question ouverte