Pathologie p2 - week 8 - herhalingsweek

• pathologie
• MBO
• Studiejaar 1

Pathologie week 8 

Verpleegkundig proces

Medische vakken

Herhaling

Onderwerpen

Week 1 - Pathologie van het ademhalingsstelsel
Week 2 - Pathologie van het bewegingsstelsel
Week 3 - Vocht en pathologie van urinewegstelsel
Week 4 - Pathologie van de zintuigen
Week 5 - Pijn
Week 6 - Oncologie
Week 7 - Multi-morbiditeit

Week 1: Pathologie van het ademhalingsstelsel

Ventilatie – perfusie - gaswisseling

Respiratoir Insufficiënt

stridor - dyspneu 

 

Hoe noem je de bloeddoorstroming van de longen?

1. Ventilatie
2. Perfusie
3. Gaswisseling
4. Stridor

Dyspneu

Apneu

Tachypneu

Bradypneu

Hypopneu

Hyperpneu

Benauwd

Ademstilstand

Verhoogde ademfrequentie

Verlaagde ademfrequentie

Oppervlakkige ademhaling

Verdiepte ademhaling

Hoe noem je een verdiepte en versnelde ademhaling als gevolg van verzuring van het bloed?

1. Cheyne-Stokes ademhaling
2. Kussmaul ademhaling
3. hyperventilatie
4. inspiratoire stridor

Wat is spirometrie?

1. Een longfunctieonderzoek, waarbij je meet hoeveel iemand in 1 seconde kan uitblazen
2. Een longfunctieonderzoek waarbij je meet hoeveel iemand in 1 seconde kan inademen
3. Een productieve hoest
4. Een niet productieve hoest

Wat is een ander woord voor klaplong?

1. Pneumonie
2. Pneumothorax
3. Cyanose
4. Hemoptoë

Week 2: Pathologie van het bewegingsstelsel

Distorsie

Luxatie

Ruptuur

Contusie

Fractuur

Distorsie

Luxatie

Ruptuur

Contusie

Fractuur

Distorsie

Luxatie

Ruptuur

Contusie

Fractuur

Waarvoor staat de C in de RICE methode?

1. Compressie
2. Contusie
3. Complicatie
4. Combinatie

Wat is repositie?

1. Hoog houden van het aangedane lichaamsdeel
2. Verzwikken van een gewricht
3. Vastzetten van een botstuk
4. Terugzetten van een botstuk op zijn oorspronkelijke plaats

Wat weet je nog van fractuur
Denk ook aan de behandelingen
Denk aan de kenmerken

Week 3: Vocht en pathologie van urinewegstelsel

Vochtbalans

Dehydratie

Positieve vochtbalans

Oedeem

Urineonderzoeken

Begrippen

Wat weet je over positieve vochtbalans?

Wat weet je over een negatieve vochtbalans?

Wat is ascites?

1. Vrij ophopen van vocht in de ruimte rond de organen in de buikholte
2. Vrij ophopen van vocht in de ruimte in de organen in de buikholte
3. Vrij ophopen van vocht in de ruimte rond de organen in de borstholte
4. Vrij ophopen van vocht in de ruimte in de organen in de borstholte

Wat betekent mictie?

1. Nachtelijk plassen
2. Urinevorming
3. Urinelozing
4. Urine ophouden

Bij welk onderzoek wordt er gekeken naar: de helderheid van de urine, de kleur van de urine, de hoeveelheid urine per keer en de totale hoeveelheid urine per etmaal?

1. Macroscopisch onderzoek
2. Microscopisch onderzoek
3. Klinisch chemisch onderzoek
4. Microbiologisch onderzoek

Hoe noem je het wanneer er bloed in de urine zit?

1. Glucosurie
2. Proteïnurie
3. Hematurie
4. Anurie

Week 4: Pathologie van de zintuigen

Verziend en bijziend

kleurenblindheid

otitis externa en interna

Tinnitus

Duizeligheid en Draaiduizeligheid

Bijziend

Verziend

Diabetische retinopathie

Otitis Externa

Otitis media

Tinnitus

De ooglens kan niet voldoende afplatten

Veraf niet scherp kunnen zien en dichtbij wel

De ooglens kan niet voldoende bollen

Dichtbij niet scherp kunnen zien en veraf wel

Zuurstoftekort in het netvlies door lekkende bloedvaatjes

Verminderd zicht van dichtbij en/of veraf

Ontsteking van de huid van de gehoorgang

Jeuk en een branderige pijn, rode/vochtige/schilferige/gezwollen huid

Ontsteking in het middenoor

Koorts, pijn, soms een loopoor of tijdelijke doofheid

Horen van geluid dat niet van buiten komt

Horen van een geluid zoals rinkelen, suizen, fluiten of zoemen

Een afsluiting van de buis van Eustachius leidt vaak tot een:

1. Otitis Externa
2. Otitis Media
3. Otosclerose
4. Tinnitus

Waar kan de oorzaak van duizeligheid in liggen?

1. In het evenwichtsorgaan en/of propriosensoren van spieren en gewrichten
2. In de ogen
3. In de hersenen
4. In alle antwoord, a, b en c

Week 5: pijn

Nociceptieve, viscerale, neuropathische en  vasculaire pijn 

Beoordeling pijn

Medicamenteuze en niet medicamenteuze pijnbehandeling

Bio psychosociaal pijnmodel

Oorzaken pijn

Noiceptische pijn

Viscerale pijn

neuropatische pijn

vasculaire pijn

oncologische pijn

pijn bij de organen

pijn door zenuwbeschadiging

pijn door weefselschade 

pijn bij kanker

pijn door vaatlijden

Erytrocyten: De rode bloedcellen zorgen voor 99% van de zuurstoftoevoer in het lichaam.

Hemoglobine en ijzer: IJzer is belangrijk voor de vorming van hemoglobine, een onderdeel van rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door ons lichaam. IJzer is verder nodig om in onze cellen energie te produceren en ijzer draagt bij aan een normale werking van het afweersysteem.

Witte bloedcellen: Witte bloedcellen - ook wel leukocyten genoemd - zitten veel in je bloed en lymfeweefsel, maar zijn ook in de rest van het lichaam aanwezig. Ze beschermen je lichaam tegen lichaamsvreemde, schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Daarnaast helpen ze bij het opruimen van afgestorven cellen in het lichaam.

Bloedplaatjes: 

Stelling:
Pijn is objectief en kan je meten met een pijn- meetinstrument

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een voorbeeld van medicamenteuze pijn- behandeling?

1. Paracetamol
2. Chirurgie
3. Immobilisatie
4. TENS

Week 6: oncologie

Goedaardige en kwaadaardige tumoren

curatief, palliatief, en adjuvant en neo adjuvant

chirurgie, radiotherapeutisch, chemotherapeutisch, hormonaal en immunologisch.

Wat is er aan de hand met de lichaamscellen die een tumor vormen?

1. ze kunnen zich niet meer delen
2. ze hebben een overmatige celdeling
3. ze delen zich langzamer dan gezonde cellen

Goedaardig gezwel

Kwaadaardig gezwel

Groeit niet door weefsels

Verspreidt zich NIET door het lichaam

Voorbeelden: Fibroom, keloïd, verruca, lipoom

Kan door omliggende organen en weefsels groeien

Cellen kunnen zich verplaatsen door het lichaam via bloed en lymfe

Voorbeelden: carcinoom, sarcoom, melanoom

Maligne

Benigne

Wat is een kenmerk van een benigne tumor?

1. snelle groei
2. dringt door in omliggend weefsel
3. is altijd dodelijk
4. zaait zich niet uit

Wat is een adjuvante behandeling?

1. Een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd ná een curatieve behandeling
2. Een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd vóór een curatieve behandeling
3. een behandeling gericht op afremmen van de tumor of verminderen van de klachten wanneer de ziekte ongeneeslijk is

Bepaalde virussen vormen een risicofactor voor het ontstaan van tumoren.

1. waar
2. niet waar

gericht op genezing 

gericht op afremmen van de tumor of verminderen van de klachten wanneer de ziekte ongeneeslijk is

toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling

een toegevoegde behandeling die uitgevoerd wordt vóór een curatieve behandeling

Curatieve behandeling

Palliatieve behandeling

Adjuvante behandeling

Neo adjuvante behandeling

Een neo-adjuvante behandeling wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling.

1. waar
2. niet waar

Week 7: multimorbiditeit

Chronische ziekten

Multi morbiditeit

Co morbiditeit

Multidisciplinaire benadering 

Wat is multi-morbiditeit?
Wat weet je van?

Wanneer twee ziekten dezelfde risicofactor hebben, noemen we dit:

1. Cluster multi-morbiditeit
2. Causale multi-morbiditeit
3. Complicerende multi-morbiditeit
4. Recidiverende multi-morbiditeit

Wat betekent een multi-disciplinaire behandeling?

1. Behandeling waarbij verschillende professionals, zoals artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten samenwerken
2. Behandeling waarbij meerdere soorten medicatie gegeven wordt
3. Behandeling waarbij meerdere ziekten tegelijk door de arts behandeld worden

Bij multi-morbiditeit is het belangrijk dat alle problematiek van de patiënt tegelijk behandeld wordt.

1. Waar
2. Niet waar

Einde

Zijn er nog vragen?

Succes met jullie toets!