weer en klimaat - herhaling

Waar ging het thema weer en klimaat over?
1 / 29
suivant
Slide 1: Carte mentale
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Waar ging het thema weer en klimaat over?

Slide 1 - Carte mentale

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, neerslag en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 2 - Quiz

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 3 - Quiz

Wanneer waait de wind het hardst?
A
Bij een hoge drukgebied
B
Bij een lage drukgebied
C
Als isobaren dicht bij elkaar staan
D
Als isobaren ver van elkaar staan

Slide 4 - Quiz

Landschappen in de VS
1. Twee grote gebergten
  • Appalachen -> oostkust
  • Rocky Mountains -> Westkust
2. Binnenland = vlak
    • Centrale Laagvlakte (< 500 m)
    • Great Plains (>500m)
    3. Oostkust
    • kustvlakte
    4. Westkust: 
    • vruchtbaar langs de kust    
    • woestijn verder het binnenland in
    Rocky Mountains met de bekende kloof Grand Canyon
    De Appalachen, een gebergte met veel bomen.
    De Great Plains: groot vlak gebied in het midden van de VS. 
    Hier lopen koeien los op uitgestrekt grasland = extensieve veeteelt.
    De kustvlakte in het zuiden heeft een warm klimaat. Hier wordt katoen verbouwd.
    In de Centrale Laagvlakte vind je grote boerderijen. Er wordt bv. maïs verbouwd op de enorme akkers. Er wordt veel met machines gewerkt om zoveel mogelijk opbrengst te halen uit elke hectare grond. 
    Dit heet: intensieve veeteelt.
    Het Great Basin is voornamelijk woestijn omdat het achter het gebergte Sierra Nevada ligt. Hier is het heetste en droogste punt van de VS: Death Valley. Het kan hier meer dan 50 graden Celsius worden!
    In Californië is het klimaat gunstig: warm in de zomer en zacht in de winter. Hier verbouwen de boeren fruit en zie je veel wijnboeren.
    Wel is irrigatie nodig omdat er niet genoeg neerslag valt.

    Slide 5 - Diapositive

    In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 6 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Poolklimaat

    Slide 7 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd zeeklimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 8 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 9 - Quiz

    De wet van Buys Ballot luidt:
    A
    De wind waait altijd van L naar H
    B
    De wind waait altijd van H naar L
    C
    De wind waait altijd van rechts naar links
    D
    De wind waait soms wel en soms niet

    Slide 10 - Quiz

    Slide 11 - Vidéo

    Tornado
    Blizzard
    Orkaan
    Depressie

    Slide 12 - Question de remorquage

    Nuttige neerslag?

    Slide 13 - Carte mentale

    Nuttige neerslag = neerslag die beschikbaar is voor gebruik, dus de neerslag minus de verdamping.

    Slide 14 - Diapositive

    Neerslag
    Waterput
    Aquifer
    Infiltratie
    Ondoorlaten-de laag

    Slide 15 - Question de remorquage

    Wat is de goede volgorde?
    A
    Verdamping, condensatie, afkoelen, regen, stijgende lucht
    B
    Condensatie, verdamping, stijgende lucht, regen, afkoelen.
    C
    Verdamping, stijgende lucht, afkoelen, condensatie, regen.
    D
    Afkoelen, verdamping, condensatie, stijgende lucht, regen.

    Slide 16 - Quiz

    Wat is neerslagintensiteit?
    A
    De schade van neerslag die valt
    B
    Hoeveelheid neerslag die per uur of dag valt
    C
    De piekafvoer van de neerslag
    D
    Ongelijke neerslag verdeling

    Slide 17 - Quiz

    Aanlandige wind in de winter zorgt voor
    A
    verkoeling bij een hoge luchtdruk
    B
    opwarming bij een lage luchtdruk
    C
    verkoeling
    D
    opwarming

    Slide 18 - Quiz

    Sleep de begrippen op de juiste plaats!
    Stuwings regen
    Regen schaduw

    Slide 19 - Question de remorquage

    Verdamping
    Regen / sneeuw
    Stuwings-regen
    Stijgings-regens
    Water zakt in de bodem.
    Grondwater

    Slide 20 - Question de remorquage

    Aanlandige wind in de zomer zorgt voor
    A
    verkoeling
    B
    opwarming van de aarde
    C
    verkoeling bij een hoge luchtdruk
    D
    opwarming bij een lage luchtdruk

    Slide 21 - Quiz

    Een vegetatiezone is....
    A
    Een gebied waar alleen vegetariers wonen
    B
    Een gebied met eigen soorten planten
    C
    Een gebied met heel veel verschillende planten
    D
    Een gebied met vergeten planten

    Slide 22 - Quiz

    Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
    A
    Graan
    B
    Mais
    C
    Katoen en suiker
    D
    Koffie en koffiemelk

    Slide 23 - Quiz

    Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
    A
    Broeikaseffect
    B
    Klimaatverandering
    C
    Natuurlijk broeikaseffect
    D
    Versterkt broeikaseffect

    Slide 24 - Quiz

    Spanje
    1. Mediterraan klimaat
    2. gematigd zee klimaat
    3. landklimaat
    4. steppeklimaat
    5. hooggebergteklimaat

    Slide 25 - Diapositive

    Welke 3 soorten regen ken je?

    Slide 26 - Question ouverte

    Ontbossing

    Slide 27 - Diapositive

    Ontbossing kan leiden tot verwoestijning.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 28 - Quiz

    Zijn jullie er klaar voor?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 29 - Sondage