abundance = overvloed staggering = verbijsterend
to amass = vergaren unilateral = eenzijdig
a cap = een limiet of grens happenstance = toeval
to curb = begrenzen, aan banden leggen platitude = cliché
disparity = ongelijkheid, verschil premise = vooronderstelling, premisse
in perpetuity = tot in het oneindige, voor altijd en eeuwig
to leverage = goed benutten
mistimed = op het verkeerde moment, niet goed getimed
redistributive = herverdelend
to regurgitate = ophoesten, echoën