Quiz media

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Communicatie

1. is het middel waarmee de informatie wordt verstuurd.
2. is de persoon die de informatie ontvangt.
3. is de persoon die de informatie verstuurt.
4. is het doorgeven van informatie.

Een ideaalbeeld

1. is dat je zelf kiest wat je wilt zien en horen.
2. is een beeld van mensen en situaties dat er perfect uitziet.
3. is het recht op een privéleven.
4. zijn boodschappen van bedrijven die willen dat jij hun producten gaat kopen.

Commerciële zenders:

1. hebben als doel geld verdienen door reclame
2. krijgen geld van de overheid
3. zenden geen reclame uit

Publieke omroepen

1. zijn zenders die hun geld verdienen met reclames. Zoals RTL 4/5/7 en SBS6.
2. zijn zenders die geld krijgen van de overheid. AVROTROS en BNNVARA, op NPO 1, 2,3
3. zijn media waarbij de informatie door heel veel mensen wordt gezien, gelezen of gehoord.
4. is het doorgeven van actuele, bijzondere of interessante informatie aan lezers/kijkers/luisteraars.

Wat is selectieve waarneming?

1. Mensen kijken op 1 dag naar verschillende tv-zenders.
2. Mensen kiezen zelf welk tv-programma ze bekijken.
3. De media maken elk jaar andere tv-programma's.
4. In tv-programma's staat steeds 1 mening centraal.

Wat is een voorbeeld van een ideaalbeeld in de reclame?

1. Een bekende Nederlander die vertelt dat Calvé het lekkerste is.
2. Een gelukkig stel dat op vakantie is op een zonnig eiland.
3. Een automobilist die door de politie wordt aangehouden.
4. Een vrouw die met een somber gezicht een badkamer schoonmaakt.

Wat is geen massamedia

1. Clubblad
2. Radio
3. TV
4. Krant

Wat is nepnieuws?

1. Nieuws wat een verdrietige boodschap heeft
2. Nieuws wat helemaal niet klopt
3. Nieuwsberichten met veel spellingsfouten
4. Nieuws wat wel klopt

Beeldvorming

1. is dat je je steeds een beeld vormt van iets of iemand.
2. als je verstandig gebruik maakt van de media.
3. is de vrijheid van journalisten om berichten te kunnen maken zonder eerst toestemming te vragen.
4. is verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden.

Het recht op een privéleven noemen we ...

1. Mediawijsheid
2. Online profilering
3. Beeldvorming
4. Privacy

De media mag niet álles! Welke beperkingen zijn er voor de media?

1. Onzedelijke berichten
2. Discriminatie
3. Onwaarheden
4. Oproepen tot geweld

Bij je werk heb je een opzegtermijn. Dat is:

1. een periode waarin je bij je oude baas moet blijven werken.
2. de tijd die je krijgt om te zeggen dat je het oneens bent met je ontslag.
3. de proefperiode als je ergens gaat werken.
4. de tijd die je krijgt om je in te werken.

Wat is een vacature?

1. Een vacature is een manier om te solliciteren
2. Een vacature is een baan die niet mee beschikbaar is
3. Een vacature is een baan die vrij is
4. Een vacature is een manier om te solliciteren

Wat is geen nadeel van zwart werken?

1. Je krijgt niet betaald als je ziek bent.
2. Je bent niet verzekerd bij een ongeluk op het werk.
3. Je betaalt geen belasting.
4. Je baas kan je zomaar ontslaan.

Wat is werk?

1. De behoefte er bij te horen
2. Geld verdienen
3. Iets doen waar anderen behoefte aan hebben
4. Iets doen waar jij behoefte aan hebt

Solliciteren begint vaak met een?

1. Sollicitatiegesprek
2. Sollicitatiebrief

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In sommige beroepen draag je veiligheidskleding.
2. Het brutoloon is altijd hoger dan het nettoloon.

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Wat is een voorbeeld van een etnische subcultuur?

1. Sporters
2. Schakers
3. Skaters
4. Surinamers

DOMINANTE CULTUUR

Dominante cultuur

1. De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
2. Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
3. Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
4. De waarden, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Wat is een subcultuur?

1. Cultuur van een kleine groep mensen
2. Cultuur die tegen de cultuur van de meeste mensen ingaat
3. Normen, waarden en gewoonten

Integratie

1. Overdreven beeld van een groep mensen
2. Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
3. Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.
4. Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen

Wat is een stereotype?

1. Alle meisjes spelen met poppen
2. Jan haalt een 10 voor wiskunde, dus is een nerd.

Discriminatie

1. Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen
2. Overdreven beeld van een groep mensen
3. Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
4. Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.