MCAWIS lj2 dt3 week 2 FG

Deze les
Inventarisatie toets nabespreken

Terugblik op paragraaf 1 en 2 van hoofdstuk 6
Uitleg over paragraaf 3

Uitleg inleverbakjes
Samen afsluiten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Deze les
Inventarisatie toets nabespreken

Terugblik op paragraaf 1 en 2 van hoofdstuk 6
Uitleg over paragraaf 3

Uitleg inleverbakjes
Samen afsluiten

Slide 1 - Diapositive

Wanneer wil je het liefst de toets nabespreken
A
hoeft van mij niet perse
B
voor de vakantie extra online les (30 min)
C
na de vakantie extra online les (30 min)

Slide 2 - Quiz

Terugblik.

Bij een vergroting...
A
De zijden en de hoeken blijven gelijk, de vorm verandert.
B
De zijden en de vorm blijven gelijk, de hoeken veranderen.
C
De hoeken en de vorm blijven gelijk, de zijden veranderen.
D
De hoeken, de vorm en de zijden veranderen.

Slide 3 - Quiz

Bereken de factor

Slide 4 - Question ouverte

Onbekende factor bereken
Zoek twee zijden die bij elkaar horen, AB hoort bij DE
Factor = lengte van het beeld : lengte van het origineel
Factor = 12 : 30 = 0,4, dus de factor is 0,4

Slide 5 - Diapositive

Uitleg 6.3 
Het beeld dat je vergroot                       Origineel
Vergroting                          Beeld

Origineel x factor = beeld
Factor = beeld : origineel

Factor groter dan 1 --> het wordt groter
Factor tussen 0 en 1 --> het wordt kleiner 

Slide 6 - Diapositive

De factor = 0,89. Het figuur wordt...
A
Langer
B
Kleiner
C
Groter
D
Breder

Slide 7 - Quiz

De factor = 1,2. Het figuur wordt...
A
Smaller
B
Kleiner
C
Groter
D
Breder

Slide 8 - Quiz

De factor = 1. Het figuur...
A
wordt breder
B
wordt groter
C
wordt kleiner
D
blijft hetzelfde

Slide 9 - Quiz

Wat worden de maten als je hem met de factor 0,8 vergroot? … cm. bij … cm.

Slide 10 - Question ouverte

Aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Uitleg 6.4: Schaal 
Op schaal maken --> iets kleiner maken (bijv. modelauto). 
Schaal 1:18 --> 1 cm is in werkelijkheid 18 cm. (18x zo groot). 

De factor = 18 

Slide 12 - Diapositive

Oefenen: de schaal
schaal 1:15 

De modelauto is 9 cm. lang. 
Hoelang is de auto in werkelijkheid? 

Slide 13 - Diapositive

Schaal 1 : 25.
De modeltrein is 43 cm. lang.
Hoelang is de trein in het echt?

Slide 14 - Question ouverte

De schaal 1 : 4,5
De model iPhone is 40 mm.
Hoe groot is de iPhone
in werkelijkheid in cm?

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag

Slide 16 - Diapositive