9.2 Goed geregeld les 1 en 2 (Flex)

In tabaksrook zitten deze 3 stoffen.
Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.
1 / 23
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

In tabaksrook zitten deze 3 stoffen.
Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.

Slide 1 - Question de remorquage

Als je niet meer zonder een genotmiddel kan, dan ben je verslaafd of afhankelijk. Op welke 2 manieren kun je afhankelijk zijn van een genotmiddel?

Slide 2 - Question ouverte

9.2 Goed geregeld
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt

Slide 3 - Diapositive

9.2 Goed geregeld
Les 1

Slide 4 - Diapositive

Even herhalen....

Slide 5 - Diapositive

In Hoofdstuk 8 heb je geleerd over de verbranding.
a) Welke stof verbrand je?
b) Welke 2 afvalstoffen ontstaan bij verbranding?
c) Hoe raakt je lichaam deze afvalstoffen kwijt?

Slide 6 - Question ouverte

Energie voor alle organen
Elke cel doet aan verbranding om zichzelf van energie te voorzien.

De formule voor verbranding moet je kennen!

Slide 7 - Diapositive

Wat gebeurt er in je lichaam?
Er gebeurt van alles in je lichaam, de omstandigheden veranderen in je lichaam.
Je lichaam reageert hierop op 2 manieren:
  1.  Je lichaam verwijdert stoffen waarvan er teveel in je bloed zitten
  2. Je lichaam vult de stoffen aan waarvan er te weinig in je bloed zitten

Zo houdt je lichaam de hoeveelheid stoffen constant (= gelijk/ hetzelfde)
(zie tekst , wat doet welk orgaan uit bron 1?)

Slide 8 - Diapositive

Hoe regel je de hoeveelheid glucose in je bloed?
Je lichaam heeft glucose nodig!!
(voor verbranding)
Glucose haal je uit je voedsel, maar je hoeft niet de hele dag te eten. 

Je lichaam regelt zelf dat je de juiste hoeveelheid glucose in je voedsel hebt. Hoe?

Slide 9 - Diapositive

Hoe regel je de hoeveelheid glucose in je bloed?
Teveel glucose in je bloed:
  • wordt opgeslagen in je lever
  •  de hoeveelheid glucose in je bloed daalt weer tot normaal
Te weinig glucose in je bloed:
  • je cellen gebruiken glucose voor de verbranding, hierdoor daalt hoeveelheid glucose in je bloed.
  • dan wordt de glucose in je lever opgehaald
  • de hoeveelheid glucose in je bloed stijgt weer tot normaal

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maken:
9.2:  opdracht 1 t/m 11

Loop je achter? 9.1 MOET vandaag af! 

Slide 11 - Diapositive

9.2 Goed geregeld
Les 2:
Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en werking van je nieren beschrijven
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte


Slide 12 - Diapositive

Even herhalen....
  1. Wat is verbranding?(welke afvalstoffen blijven over en hoe verlaten deze afvalstoffen ons lichaam?)
  2. Glucose is onze "brandstof", waarvoor hebben we dit nodig?
  3. Wat betekent constant houden van stoffen in ons bloed?
  4. Wat gebeurt er als er teveel glucose in ons bloed zit?
  5. Wat gebeurt er als er te weinig glucose in ons bloed zit?

Slide 13 - Diapositive

Hoe regel je de hoeveelheid glucose in je bloed?
Teveel glucose in je bloed:
  • wordt opgeslagen in je lever
  •  de hoeveelheid glucose in je bloed daalt weer tot normaal
Te weinig glucose in je bloed:
  • je cellen gebruiken glucose voor de verbranding, hierdoor daalt hoeveelheid glucose in je bloed.
  • dan wordt de glucose in je lever opgehaald
  • de hoeveelheid glucose in je bloed stijgt weer tot normaal

Slide 14 - Diapositive

Wanneer heb je suikerziekte?
Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier.
Hoe werkt het?
  • Je lichaam meet dat er teveel glucose in je bloed zit.
  • De alvleesklier geeft insuline af, insuline regelt dat glucose uit het bloed wordt opgeslagen in de lever. Hierdoor daalt de hoeveelheid glucose in je bloed.

Slide 15 - Diapositive

Wanneer heb je suikerziekte?
  • Bij gezonde mensen wordt de hoeveelheid glucose geregeld door het hormoon insuline.
  • hormonen= regelstoffen 

Slide 16 - Diapositive

Wanneer heb je suikerziekte?
Suikerziekte/ diabetes: bij mensen die dit hebben maakt de alvleesklier niet genoeg insuline.
  • Hierdoor slaat de lever te weinig glucose op
  • Er blijft teveel glucose in het bloed
  • De glucose komt in de urine en wordt uitgeplast. 
Bij iemand met suikerziekte wordt de glucose dus uitgescheiden en niet opgeslagen! Er is te weinig glucose voor de verbranding. Hierdoor zijn patiënten vaker en sneller moe.

Slide 17 - Diapositive

Wat te doen bij suikerziekte?
Om glucosetekort te voorkomen moeten diabetespatiënten zelf de glucose in hun bloed regelen.
  • Meten 
  • Insuline inspuiten als de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog is.
  • Snel iets eten of drinken als de hoeveelheid glucose in het bloed te laag is.

Slide 18 - Diapositive

Hoe raakt je lichaam afvalstoffen kwijt?
Afvalstoffen worden verwijderd via uitscheiding.

Dit gebeurt via uitscheidingsorganen:

Longen: waterdamp, koolstofdioxide
Lever: giftige stoffen worden afgebroken
Nieren: halen afvalstoffen uit je bloed
Huid: water en zouten

Slide 19 - Diapositive

Hoe werken je nieren
Bekijk het filmpje!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Hoe werken je nieren?
  • via de nierslagaders komt bloed met afvalstoffen in de nieren
  • de nieren zuiveren dit bloed met een soort filters
  • het gezuiverde bloed verlaat de nieren via de nieraders
  • in de nieren lossen de afvalstoffen op in water. Dit water met afvalstoffen= urine
  • urine gaat vanuit de nieren via de urineleiders naar de blaas
  • Via de urinebuis verlaat urine je lichaam 

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag
Maken 9.2 opdrachten 1 t/m 19

Slide 23 - Diapositive