Extra opdracht werkwoordspelling

Extra oefening spelling 


  • werkwoordspelling
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Extra oefening spelling 


  • werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in. Gebruik een spatie tussen de twee antwoorden.

5. Miranda …… (spelen) op het drumstel terwijl Jente op haar banjo ……(tokkelen)

Slide 2 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:


6. Van Miranda …… (verwachten) ik dat ze morgen …….. (optreden)

Slide 3 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:


7. Jente …….. (worden) veertien, ze …….. (zijn) iets jonger dan Miranda.

Slide 4 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:

8. Ze …….. (oefenen) graag op het drumstel, ……… (vertellen) ze aan haar.


Slide 5 - Question ouverte

Vul de goede vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in

9. ……. (vinden) je ook niet, dat een banjo prachtig ………(klinken) ?

Slide 6 - Question ouverte

Spelling - verleden tijd
Regel
Kijk eventueel eerste het filmpje over 't Kofschip x: 

Slide 7 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(kloven). 10. De houthakkers……….de stammen.

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(krijsen) 11. . De peuter………in zijn wandelwagen.

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(pakken) 12. De man .................. een biertje uit zijn koelkast.

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(bloeden) 13. ……….jouw vinger zo erg?

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(verhuizen) 14. De leerling ……..naar de andere kant van het land.

Slide 12 - Question ouverte

Spelling - voltooid deelwoord
Gebruik 't Kofschip x en kijk eventueel het instructiefilmpje

Slide 13 - Diapositive

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(krimpen) 15. Mijn trui is………….


Slide 14 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(wegslepen) 16. De parkeerwacht heeft onze auto…….

Slide 15 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(kerven) 17. Hebben jullie ook je naam in de boom………

Slide 16 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(bloeden) 18. De vinger heeft enorm…….

Slide 17 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(doen) 19. Dat had ik nooit……..

Slide 18 - Question ouverte

Vul de goede vorm van het werkwoord in

(branden) 20. ......... nooit je vingers aan een kaars!

Slide 19 - Question ouverte

Vul de goede vorm van het werkwoord in

(wennen) 21. ......... maar aan de nieuwe situatie!

Slide 20 - Question ouverte

Vul de goede vorm van het werkwoord in

(vergroten) 22. De ............ foto was erg mooi geworden.

Slide 21 - Question ouverte

Vul de goede vormen van het werkwoord in

(verbreden) 23. De ............ weg moest na een paar jaar weer worden ........

Slide 22 - Question ouverte