h2b les 3

Je ziet hier een
A
Bb
B
B#
C
A#
D
As
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Je ziet hier een
A
Bb
B
B#
C
A#
D
As

Slide 1 - Quiz

Tweede stem: Een tweede stem klinkt op een andere toonhoogte, maar beweegt precies tegelijkertijd met de hoofdmelodie. Als er op tekst gezongen wordt, worden tegelijkertijd dezelfde woorden gezongen.






Tegenmelodie: Je hoort een tegenmelodie op hetzelfde moment als de hoofdmelodie, maar het klinkt compleet anders. De tegenmelodie begint bijvoorbeeld later dan de hoofdmelodie en klinkt veel hoger.



You have 30 seconds to remember this :) 
timer
0:30

Slide 2 - Diapositive

Wat stelt deze afbeelding grafisch voor?
A
Een tweede stem
B
Een tegenmelodie

Slide 3 - Quiz

In het liedje hoor je een
A
Tegenmelodie
B
Tweede stem

Slide 4 - Quiz

Wat is een refrein?
A
Zelfde tekst, Zelfde melodie
B
Komt een keer voor
C
Zelfde tekst, andere melodie
D
Een instrumentaal stuk

Slide 5 - Quiz

Crescendo: De muziek wordt geleidelijk aan steeds harder.  

Decrescendo is het tegenovergestelde: De muziek wordt geleidelijk aan steeds zachter 

Slide 6 - Diapositive

Accelerando betekent dat de muziek steeds sneller gaat. 

Ritenuto betekent dat de muziek steeds langzamer gaat.

Slide 7 - Diapositive

Listen to the next song
Je hebt 30 seconden om de definities uit je hoofd te leren:


- Crescendo (harder) - Decrescendo (zachter)
- Accelerando (sneller) - Ritenuto (langzamer)

timer
0:30

Slide 8 - Diapositive


Daar komt ie weer hoor.... Beantwoord na het liedje welke definities die je net geleerd hebt van toepassing zijn op dit liedje. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat heb je gehoord?
A
Crescendo & Ritenuto
B
Decrescendo & Ritenuto
C
Crescendo & Accelerando
D
Decrescendo & Accelerando

Slide 11 - Quiz

Vorm schema
Schema om de vorm van een muziekstuk aan te geven.

Vorm geef je aan met letters:

a- a: de twee onderdelen zijn hetzelfde.
a - b: het tweede onderdeel is anders.
a - a': het tweede onderdeel is een variatie het eerste.

Slide 12 - Diapositive

Bijvoorbeeld:

Vader Jacob A
Vader Jacob A
Slaapt gij nog? B
Slaapt gij nog? B
Alle klokken luiden C
Alle klokken luiden C
Bim bam bom D
Bim bam bom D

Slide 13 - Diapositive

Het is misschien niet het juiste moment, maar we kennen allemaal Sinterklaasliedjes. 'Daar wordt aan de deur geklopt' kan verdeeld worden in de volgende zinnen:

Daar wordt aan de deur geklopt
Hard geklopt, zacht geklopt
Daar wordt aan de deur geklopt
Wie zou dat zijn? 

Slide 14 - Diapositive

Hoe zou je het vormschema van 'Daar wordt aan de deur geklopt' opschrijven?
A
A B C D
B
A B A C

Slide 15 - Quiz

Wanneer een voorteken helemaal aan het begin van een muziekstuk, direct na de G-sleutel, genoteerd staat geldt het voor het hele muziekstuk. In dit geval wordt elke Bes een B. 

Slide 16 - Diapositive







When an accidental has been written in a bar, it only lasts until the next bar.
Wanneer een voorteken direct voor een noot 
opgeschreven wordt, geldt het alleen maar voor die maat. 
Dat noem je een toevallig voorteken. 
C#
C

Slide 17 - Diapositive

Welke noten speel je hier?
A
F# F G F
B
F F# G F
C
F F# G F#

Slide 18 - Quiz

Welke noten speel je hier?
A
Bb A B C
B
B A Bb C
C
Bb A Bb C

Slide 19 - Quiz