Vitaal Burgerschap Genotsmiddelen

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap

Thema: Genotsmiddelen

KLAS 4P4

Genotsmiddelen

Leerdoelen

• • De leerling kan onthouden wat de lichamelijke gevolgen zijn hard en softdrugs

• De leerling kan toelichten wat het gedoogbeleid in Nederland is

• De leerling kan zijn mening omtrent het gebruik van hard- en of softdrugs betogen aan de rest van de klas

Door welke drugsvariant kun je het snelst verlamd raken?

1. Cocaïne
2. Lachgas
3. Wiet
4. Heroïne

Wat valt niet onder softdrugs

1. Wiet
2. Hasj
3. Slaapmiddelen
4. Lachgas

Lachgas

Lachgas is een kleur- en geurloos gas en de werkzame stof is di-stikstofmonoxide (N2O). ... 

Daarnaast wordt lachgas ook gebruikt als drijfgas voor slagroomspuiten. Lachgas in ballonnen valt (nu nog) onder de Warenwet, maar er is een wetgeving in de maak om recreatief gebruik te verbieden.

Is XTC een harddrug of een softdrug?

1. Harddrug
2. Softdrug

Hoeveel procent van de MBO-scholieren rookt regelmatig?

1. 75%
2. 33%
3. 20%
4. 51%

Hoeveel jongeren blowen onder schooltijd?

1. 5%
2. 15%
3. 50%
4. 25%

Hoeveel 18-jarigen hebben ervaring met het gebruik van ecstasy?

1. 2
2. 12
3. 32
4. 22

Het aantal bingedrinkers onder jongens is ……

1. gelijk gelijk aan het aantal onder meisjes
2. 2 keer zoveel dan het aantal meisjes.
3. 4 keer zoveel dan het aantal meisjes.
4. 3 keer zoveel dan het aantal meisjes.

Een blowtje is minder schadelijk dan alcohol.

1. ja
2. nee
3. gelijk
4. Hangt van de hoeveelheid alcohol af

Ouders die op het terras een
een alcoholisch drankje kopen voor hun minderjarig kind, moeten een boete krijgen.

1. Ja
2. Nee

Wat doet alcohol niet met je?

1. het is verslavend
2. schadelijk voor de hersenen
3. denkt je minder na over de dingen die je doet.
4. maakt je slimmer

Hoeveel 16- en 17jarige studenten die roken, kopen zelf wel eens sigaretten?

1. Ongeveer de helft
2. Minder dan de helft
4. Meer dan de helft

Geestelijke verslaving 

Verlangen naar het genotmiddel of de handeling.

Voorbeeld: 

Je denkt de hele dag aan roken. 

Als je niet kunt roken, word je chagrijnig.

Aan genotmiddelen kun je verslaafd raken. 

Je kunt er dan niet meer zonder.

Voorbeelden: 

Nicotineverslaving, drugsverslaving, gameverslaving, eetverslaving, 

gokverslaving etc.

Lichamelijke verslaving

Je lichaam protesteert wanneer je stopt met het gebruik van een genotmiddel.

Vitaal burgerschap Opdracht 2

Maken Opdracht 2 (Teams)   Genotsmiddelen. 

Tijdens de lessen en in het boek komt er veel informatie voorbij over de verschillende genotmiddelen, de risico’s en wat verslavingen zijn en de gevolgen daarvan. 

Deze informatie ga je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen.    

Bedankt voor jullie aandacht!!!

Vitaal Burgerschap Opdrachten

In Teams:

Opdracht 1:  Voeding en Bewegen  (2 )

Opdracht 2:  Genotsmiddelen (YouTube 2)

Opdracht 3:  Geestelijke gezondheid (1)

Opdracht 4:  Seksuele gezondheid (1)

Opdracht 5:  Seksuele diversiteit (1)

Opdracht 6:  Gender identiteit

Ik vind dat alle drugs moeten worden vrijgegeven, net als alcohol en tabak.

1. ja
2. nee

Hoeveel gram cannabis mag je dagelijks als coffeeshop aan iemand verkopen?

1. 0
2. 15
3. 10
4. 5

Mensen die een kleine hoeveelheden softdrugs bezitten worden strafrechtelijk vervolgd

1. Waar
2. Niet waar