WVC 2KGT Question Tags

• Engels
• Middelbare school
• Leerjaar 2

2KGT

Question Tags

Lesdoelen: 

1. Je begrijpt wat een Question Tag is

2. Je kan zelf een Question Tag maken

Question tags

Nederlandse question tag = toch? 

Dit is de Engels les, toch?

Het is een kort vraagje aan het eind van de zin

Question Tags

Hoe maak je een 'Question Tag'? 

De regel: 

 

Van bevestigend (+) naar ontkennend (-)

en

Van ontkennend (-) naar bevestigend (+)

Tags

Stap 1: 

Je kijkt altijd naar het eerste werkwoord in een zin. Is dat bevestigend (+) dan moet je het ontkennend maken (-) en andersom. Dit doe je met behulp van “not”

Voorbeeld: 

 Isn’t > Is

 Have > Haven’t

Tags

Voorbeeld: Kelly is nice, isn’t she?

Tags

Stap 2: 

Na het werkwoord kijk je naar het onderwerp (de persoon).

Je gebruikt nooit een naam in een korte vraag

Dus:

Kelly = She

Tim and Jake = They

The shop = It

Jeffrey = He

Shelley and I = We

Tags

Voorbeeld: Kelly is nice, isn’t she?

Tags

Stap 3: 

Uitzonderingen:

Als je geen " not " achter het werkwoord kan plakken kies je een vorm van do.

- Don't OF Doesn't (alleen bij he/she/it)

He works a lot, doesn't he?                     

" amn't I " bestaat niet. Je kiest dan " aren't I "

Maak nu:

Maak in de online methode nu de volgende opdrachten:

Unit 3, lesson 5

Opdracht 4 + 5 + 6

Kijk de opdrachten na

9 of meer fout: ga verder met de blauwe pagina's

8 of minder fout: ga verder met de gele pagina's

Sue is a nice girl, ___?

1. is she
2. isn't she
3. is Sue
4. isn't Sue

Tom and Jerry aren't friends, ___?

1. are they
2. aren't they
3. are Tom and Jerry
4. aren't Tom and Jerry

Jake has a lot of friends, ___?

1. has he
2. hasn't he
3. has Jake
4. hasn't Jake

I always do my homework, ___?

1. do I
2. don't I

I am not late, ___?

1. am I
2. are I
3. amn't I
4. aren't I

You like Jenny, ___?

1. like you
2. liken't you
3. don't you
4. doesn't you

She smiles a lot, ___?

1. smiles she
2. smilesn't she
3. don't she
4. doesn't she

Klaar? 

Oefen met de Word Trainer van Unit 3 tot de docent de les afsluit.

Johnny is a nice boy, ___?

Jayda likes dancing, ___?

I am not bothering you, ___?

Your cat is very old, ___?

Kelly and Jake work a lot, ___?

Klaar? 

Oefen met de Word Trainer van Unit 3 tot de docent de les afsluit.