Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1 tegen 100 quiz (herhaling mens en gezondheid deel 1)
1 TEGEN 9
MENS EN ZORG
HST 1 T/M 4
WAT WETEN WE NU EN WIE GAAT ER WINNEN??!!
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
1 TEGEN 9
MENS EN ZORG
HST 1 T/M 4
WAT WETEN WE NU EN WIE GAAT ER WINNEN??!!
Slide 1 - Diapositive
wordwall.net
Slide 2 - Lien
Thuiszorg is
A
Hulp in de huishouding
B
Persoonlijke verzorging die aan huis wordt geboden
C
Kraamzorg
D
Persoonlijke verzorging en verpleging die aan huis wordt geboden
Slide 3 - Quiz
Fysieke gezondheid betekent hetzelfde als:
A
Geestelijke gezondheid
B
Sociale gezondheid
C
Lichamelijke gezondheid
D
Psychische gezondheid
Slide 4 - Quiz
Wanneer is iemand helemaal gezond?
A
Als hij lichamelijk, geestelijk en sociaal gezond is
B
Als hij lichamelijk en sociaal gezond is
C
Als hij geestelijk en sociaal gezond is
Slide 5 - Quiz
Wat betekent sociale gezondheid?
A
goed met je telefoon om kunnen gaan
B
alles wat te maken heeft met de wereld en mensen om je heen
C
sociale media
D
veel vrienden hebben
Slide 6 - Quiz
Welk antwoord hoort er bij een verpleeghuis?
A
24 uur zorg, behandeling en toezicht in een veilige omgeving
B
Een appartement dat in of direct naast een zorgcentrum is gebouwd
Slide 7 - Quiz
Wat betekent een indicatie (van zorg)
A
Weinig zorg nodig hebben.
B
Veel zorg nodig hebben.
C
Niet meer zelfstandig thuis kunnen wonen.
D
Een inschatting van de hoeveelheid en de soort zorg die iemand nodig heeft.
Slide 8 - Quiz
Een zorginstelling voor mensen met een beperking valt onder:
A
De gehandicaptenzorg
B
De ouderenzorg
Slide 9 - Quiz
Wat betekent een visuele beperking?
A
Een beperking aan het gehoor (oren)
B
Een beperking aan de benen?
C
Een beperking aan het zicht (ogen)
D
A,B en C zijn waar
Slide 10 - Quiz
Een beperking aan het gehoor noemen we ook wel een?
A
Auditieve beperking
B
Visuele beperking
C
Lichamelijke beperking
D
Verstandelijke beperking
Slide 11 - Quiz
Wat is een zorgleefplan?
A
In het zorgleefplan staan alle afspraken beschreven die met de instelling zijn gemaakt.
B
Hierin staan algemene gegevens
C
Hierin staan alleen medische gegevens
Slide 12 - Quiz
Wat is een zorgdossier?
A
Hierin staan alle gegevens van de zorgvrager.
B
Een ander woord voor zorgleefplan.
C
Een plek waar alleen beschreven staat welke zorg iemand nodig heeft.
Slide 13 - Quiz
Het zorgleefplan is een onderdeel (stuk) van het zorgdossier?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Vraaggericht werken betekent:
A
Altijd blijven vragen. Niet stil zijn.
B
Open vragen stellen.
C
Goed werken zoals het hoort.
D
De behoeften en de wensen van de zorgvrager belangrijk vinden.
Slide 15 - Quiz
Empathie betekent:
A
Aardig en beleefd zijn.
B
Duidelijk praten.
C
Je verplaatsen in de gevoelens van een ander.
D
Respect hebben voor de ander.
Slide 16 - Quiz
Wat zijn normen?
A
Wat Nederlanders normaal vinden.
B
Anders doen dan een ander.
C
Wat heel de wereld normaal vindt.
D
Wat jij normaal vindt
Slide 17 - Quiz
Het begrip waarden staat voor wat jij belangrijk vindt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Wat betekent communiceren?
A
Het overbrengen van gevoelens.
B
Het overbrengen van wensen en ideeen.
C
Het overbrengen van gedachten .
D
A,B en C zijn waar.
Slide 19 - Quiz
Wat is verbaal communiceren?
A
Praten
B
Typen
C
Schrijven
D
Communiceren met woorden
Slide 20 - Quiz
Wat hoort NIET bij actief luisteren?
A
Knik af en toe
B
Maak oogcontact
C
Neem de tijd
D
Stel veel vragen
Slide 21 - Quiz
Wat betekent bejegening?
A
De manier waarop iemand met iemand anders omgaat/behandelt.
B
Respect
Slide 22 - Quiz
Waarom moet je jezelf goed verzorgen als je met andere mensen werkt?
A
Dan voel je je goed.
B
Anders kunnen anderen ziek worden van de bacterien die je bij je draagt.
C
Alle drie de antwoorden zijn goed.
D
Dan blijf je gezond.
Slide 23 - Quiz
Mannen en vrouwen moeten hun handen goed verzorgen als zij in de zorg werken. Ook handcreme gebruiken is nodig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Wanneer je de zorgvrager gaat bezoeken let je op privacy. Wat doe je als eerst?
A
Goedemorgen/middag zeggen.
B
De gordijnen opendoen.
C
Kloppen op de deur.
Slide 25 - Quiz
Wat is de intieme zone van iemand?
A
De geslachtsdelen van de zorgvrager.
B
Minder dan 1 meter afstand tussen jou en de zorgvrager.
C
De borsten van een vrouwelijke zorgvrager.
D
Minder dan 45 cm afstand tussen jou en de zorgvrager.
Slide 26 - Quiz
Wat hoort er NIET bij de persoonlijke verzorging van een zorgvrager?
A
Mondverzorging.
B
Hulp bij aan- en uitkleden.
C
Hulp bij naar het toilet gaan.
D
Hulp bij het koken.
Slide 27 - Quiz
Wat betekent zelfredzaamheid?
A
Iemand anders redden.
B
Wat iemand anders allemaal zelf kan zonder hulp van anderen.
C
Zelfstandig willen blijven wonen.
Slide 28 - Quiz
Wat is een ander woord voor sociale omgeving?
A
Sociaal netwerk.
B
Je familie en vrienden.
C
School.
D
Je werk.
Slide 29 - Quiz
Een mantelzorger kent de zorgvrager persoonlijk en wordt niet betaald voor zijn werk. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quiz
Wat betekent dubbele vergrijzing?
A
Heel erg wit haar hebben.
B
Heel oud worden.
C
Er komen steeds meer oudere mensen, deze mensen leven ook steeds langer.
Slide 31 - Quiz
Incontinetie betekent het kunnen ophouden van urine en ontlasting (plas en poep)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Een beperking is:
A
Gehandicapt zijn .
B
Iets niet kunnen.
Slide 33 - Quiz
Wanneer heb je een handicap?
A
Wanneer je een lichamelijke of geestelijke afwijking hebt.
B
Wanneer iemand door zijn afwijking belemmerd wordt in zijn of haar functioneren.
Slide 34 - Quiz
Wat is observeren?
A
Noteren van informatie voor alle betrokkenen
B
Met kernwoorden iets beschrijven
C
Je mening geven over wat je hebt gezien
D
Heel precies kijken
Slide 35 - Quiz
Als ik mijn mening over iets of iemand geef is dat...... informatie
A
Subjectieve informatie
B
Objectieve informatie
Slide 36 - Quiz
Het regent nu buiten.
Is dit een voorbeeld van objectieve of van subjectieve informatie
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 37 - Quiz
Observeren is heel precies kijken, bewust, met een doel, vanuit je beroep
A
Waar
B
Niet waar
Slide 38 - Quiz
Wat is een kunstgebit?
A
Kronen.
B
Facings.
C
Neptanden die uit de mond kunnen.
Slide 39 - Quiz
Zooo.... jullie geheugen is weer een beetje opgefrist. En de winnaar is??..............
Slide 40 - Diapositive
Wat gaan we nu doen?
Tot aan de pauze van 12.05 uur gaan we:
Verschillende ADL- handelingen
vloggen.
Dit is een voorbereiding op de toets van volgende week.
Je krijgt van mij per groepje zometeen de uitleg. Na de uitleg mag je aan de slag.
Slide 41 - Diapositive
De groepjes zijn als volgt:
Luier verschonen: Chanel en Naomi
Haren kammen: Felicia en Tess
Rolstoel rijden: Joris, Didier en Ahmed
Gebruik rollator: Valentijn en Guus
Slide 42 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1 tegen 100 quiz (herhaling mens en gezondheid deel 1)
February 2025
- Leçon avec
29 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Voorbereiden Theorietoets 1
September 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H2 Het Zorgdossier (Formatief)
September 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Voorbereiden Theorietoets 1
October 2021
- Leçon avec
34 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2: Het zorgdossier
December 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2: Het zorgdossier
December 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Mens en Zorg. H2 Zorgdossier
December 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Herhalen H1, 2, 3, 4.
May 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3