§3 les 1 en les 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Van de bergen naar de zee

- Terugblik

Klassikaal: doornemen paragraaf 3 (uitleg en twee filmpjes)

- Zelfstandig aan de slag met de verwerkingsopdrachten

Van de bergen naar de zee

- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een delta en estuarium

- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen relatieve en absolute zeespiegelstijging

- Je kunt enkele kenmerken van het IJsselmeergebied en de Zuid-Westelijke Delta (Zeeland) benoemen

Verstening zorgt ervoor dat de vertragingstijd ..... en de piekafvoer ... is

1. toeneemt, lager
2. afneemt, lager
3. toeneemt, hoger
4. afneemt, hoger

Welke rivier mondt uit in het IJsselmeer?

Bereken de relatieve zeespiegelstijging

1. C = 4,5 meter
2. C = 2,3 meter
3. C = 2,2 meter
4. C = 6,8 meter

Aan de slag!

Thuis en op school: verwerkingsopdrachten bij paragraaf 3 (onderdeel 1 t/m 3)

--> om 11.10 weer online voor een korte bespreking!

Van de bergen naar de zee

- Terugblik

Klassikaal: doornemen en afronden van paragraaf 3

Klassikaal:  filmpje en korte start van paragraaf 4

- Zelfstandig aan de slag met de verwerkingsopdrachten en bestuderen van paragraaf 4

Van de bergen naar de zee

- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een delta en estuarium

- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen relatieve en absolute zeespiegelstijging

- Je kunt enkele kenmerken van het IJsselmeergebied en de Zuid-Westelijke Delta (Zeeland) benoemen

- je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met adaptief deltamanagement

Door zeespiegelstijging op de Waddenzee wordt het spuien van water uit het IJsselmeer

1. makkelijker
2. moeilijker

In een estuarium is er .... menging van zoet en zout water

1. veel
2. weinig

In het kader van de deltawerken zijn er waterkeringen aangelegd die permanent gesloten zijn. Hierdoor kan er geen zeewater het land meer binnendringen. Wat is het gevolg voor de biodiversiteit landinwaarts?

1. die wordt hoger
2. die wordt lager
3. er verandert niks

Aan de slag

Afronden van de verwerkingsopdrachten bij paragraaf 3 en starten met de verwerkingsopdrachten bij paragraaf 4

Om 11.10 -> korte bespreking (o.a. vraag 4 op blz 18)

Volgende week: afronden paragraaf 4, korte start paragraaf 5 en oefenen met examenopgaven