* hoe je samenstellingen schrijft, aan elkaar of los.
* zelf correcte samenstellingen maken en foute verbeteren.
timer
10:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* theorie par. D
* oefeningen
Lesdoel
Aan het eind van de
les kan/weet ik:
* hoe je samenstellingen schrijft, aan elkaar of los.
* zelf correcte samenstellingen maken en foute verbeteren.
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Samenstellingen
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Oefening
Maak in een tweetal (of drietal) met de volgende woorden 5 goede samenstellingen door de woorden in kolom A te combineren met de woorden in kolom B.
Kolom A
Kolom B
aap
golf
super
poot
reus
rots
spin
mooi
geluid
wiel
timer
5:00
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Samenstellingen
Samenstellingen zijn woorden die bestaan uit woorden die je ook los kunt schrijven, maar die samen een eigen betekenis hebben.
Slide 4 - Diapositive
Er zijn een aantal werkwoorden die niet volgens de normale spellingregels worden geschreven:
Hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen.
In deze video leer je voor elk van deze onregelmatige werkwoorden wat de bijzonderheden zijn.
Regel
Samenstellingen schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar vast.
Hoofdregel: 1 persoon, dier, ding of begrip schrijf je als één woord.
koffiezetapparaat
telefoonoplader
glazenwasser
Slide 5 - Diapositive
Er zijn een aantal werkwoorden die niet volgens de normale spellingregels worden geschreven:
Hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen.
In deze video leer je voor elk van deze onregelmatige werkwoorden wat de bijzonderheden zijn.
Regel aan elkaar
Aaneenschrijven
- één klemtoon ~ bijv. koektrommel
- verschillende woordsoorten ~ bijv. donkergroen
- (afleidingen van) werkwoorden ~ bijv. tafeltennissen of uitschieter
- bijwoorden er, hier, daar en waar + voorzetsels ~bijv. eroverheen
- Engelse leenwoorden ~ bijv. displayfunctie
- eigennamen ~ Instragrambericht
Slide 6 - Diapositive
Er zijn meerdere gevallen waarin je de samenstelling aaneenschrijft.
Samenstellingen met één klemtoon, zoals koektrommel, schrijf je aan elkaar.
Samenstellingen hoeven niet alleen uit naamwoorden te bestaan. Zo bestaat ‘donkergroen’ uit twee bijvoeglijke naamwoorden.
Ook werkwoorden kunnen een samenstelling zijn. Zo schrijf je ‘tafeltennissen’ aan elkaar. En woorden die afgeleid zijn van werkwoorden, zoals uitschieter, schrijf je ook aaneen.
De bijwoorden er, hier, daar en waar kunnen samen met voorzetsels een samenstelling vormen. Je schrijft alle woorden dan aan elkaar vast, zoals bij ‘eroverheen’.
Het maakt voor samenstellingen niet uit of het Nederlandse woorden zijn of Engelse leenwoorden. Displayfunctie is dus ook één woord.
Hetzelfde geldt voor eigennamen: die schrijf je vast aan de andere delen van de samenstelling. Instragrambericht is dus één woord. Let op de hoofdletters die onderdeel uitmaken van de eigennaam.
Regel los
Spatie
- eigennamen met spaties ~ bijv. Albert Heijnfiliaal
- afhankelijk van betekenis ~ bijv. De opkomst van de partij is veelbelovend.
Er is storm op komst.
Slide 7 - Diapositive
Toch schrijf je niet álle samenstellingen aan elkaar.
Sommige eigennamen bevatten zelf een spatie. Zo’n spatie blijft behouden als je er een samenstelling van maakt. Het is dus Albert spatie Heijnfiliaal.
En soms ligt het aan de betekenis of je met een samenstelling te maken hebt. Vergelijk de zinnen ‘De opkomst van de partij is veelbelovend’ en ‘Er is storm op komst’ eens met elkaar.
Tussenklanken
Tussen-s
Je hoort een s. ~ bijv. etenswaren
Als het 2e deel met een s begint
vervang door een ander ~ bijv. stadsstrand
ander woord want: stadsmuur
Slide 8 - Diapositive
De tussen-s schrijf je wanneer je die hoort bij de uitspraak. Je hoort hem bijvoorbeeld in etenswaren [nadruk op de s].
Maar het kan zo zijn dat het rechterdeel van de samenstelling met een s begint en je de extra s niet kunt horen, zoals bij stadsstrand. Om te weten of je de tussen-s moet schrijven, kun je het rechterdeel van de samenstelling veranderen. Stadsmuur [nadruk op s] heeft een s, dus stadsstrand [extra articuleren] ook.
Tussenklanken
Tussen-en
- linkerdeel is zelfstandig naamwoord met meervoud op –en ~ bijv. lampenkap
want: lamp - lampen
Slide 9 - Diapositive
De tussen-en [spreek uit als EE EN] hoor je niet altijd even duidelijk als je de samenstelling uitspreekt.
Je schrijft deze tussen-en [spreek uit als EE EN] als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op –en [spreek uit als EE EN].
Lampenkap [nadruk op n] schrijf je met –en [spreek uit als EE EN], omdat het meervoud van lamp lampen is.
Tussenklanken
Tussen-e
linkerdeel v.d. samenstelling:
- meervoud op –s ~ bijv. scorebord
want: score - scores
- meervoud op –s en –(e)n ~ bijv. ladekast
want: lade - lades en laden
- geen meervoud ~ bijv. rijstevlaai
- is uniek ~ bijv. hellevuur
- versterkt een bijvoeglijk naamwoord ~ bijv. beresterk
Slide 10 - Diapositive
Je schrijft géén tussen-en, maar juist een tussen-e [EE] als:
Het linkerdeel van de samenstelling een meervoud heeft op –s. Het is scorebord [extra articuleren], want het meervoud van score is scores.
Maar ook als het linkerdeel een meervoud heeft op –s én –en [spreek uit als EE EN]. Het is ladekast [extra articuleren], want het kan zowel lades [klemtoon op des] als laden [klemtoon op den] zijn.
Heeft het linkerdeel geen meervoud, zoals rijst, dan wordt het rijstevlaai zónder tussen-n.
En is het linkerdeel uniek, dan komt er ook geen n in de samenstelling te staan. Het is hellevuur, want er is maar één hel.
Versterkt het linkerdeel een bijvoeglijk naamwoord, dan schrijf je de samenstelling ook alleen met een tussen-e. Het is beresterk, omdat ‘bere’ het bijvoeglijk naamwoord ‘sterk’ versterkt.
Tussenklanken
Tussen-er
linkerdeel:
- meervoud op –eren ~ bijv. runderlap
want: rund - runderen
Slide 11 - Diapositive
Ten slotte is er nog de tussen-er [spreek uit als EE ER].
Die schrijf je meestal als het linkerdeel van de samenstelling een meervoud heeft op –eren [spreek uit als urun].
Omdat het meervoud van rund runderen is, is de samenstelling runderlap [nadruk op r].