Samenstellingen -en, -e, -s

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
  • Respectvol met elkaar omgaan
  • Alle benodigde spullen bij je hebben
  • Startklaar binnen een paar minuten  (etui, pen, boek, aantekeningenschrift)
  • Telefoon in de telefoonzak op nummer

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel: Je gebruikt de juiste tussenletters.
Spelling Samenstellingen

- Je kunt uitleggen hoe je samenstellingen schrijft en wanneer je een tussenletter gebruikt.




Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

SAMENSTELLINGEN
Als de samenstelling van een woord ook één persoon of ding betekent, dan schrijf je het aan elkaar. Ook als het woord erg lang wordt.
rioolwaterzuiveringsinstallatie
kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden
aankoopwaardegarantieverzekering
milieubeschermingsmaatregelen

Slide 6 - Diapositive

Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden

Voorbeelden:
zee-egel
thema-avond
imago-onderzoek
stage-uren

Slide 7 - Diapositive

Samenstelling -en, -e, -s
Groentesoep of groentensoep
kippehok of kippenhok
rodekool of rodenkool

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

De hoofdregels
1. Linkergedeelte een zelfstandig naamwoord? Nee? -e
2. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
3. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
4. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm, hoogtepunt



Slide 10 - Diapositive

Uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Het linkerdeel versterkt het rechterwoord: apetrots, beresterk, takkewijf
2. Het linkerdeel heeft geen meervoud: rijstepap, tarwebloem, roggebrood
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn, zonnebank
3. In veel ouderwetse samenstellingen: bakkebaard, bullebak, nachtegaal, schattebout
4. Het linkerdeel is een bijvoeglijk naamwoord of een werkwoord: huilebalk, lachebek, jokkebrok, rodekool, verrekijker

Slide 11 - Diapositive

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = dorpsstraat

Slide 12 - Diapositive

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • station + straat

  • meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Kies de juiste tussenletter.
Maak samenstellingen:
 
schroef + draaier 
gemeente + grens  
groent + kwekers 
blind + darm 
zwijn + stal
tomaat + soep
seconde + wijzer
hoog + school
ruit + wissers
kleur + printer
hoogte+ vrees





schroevendraaier
gemeentegrens
groentekwekers
blindedarm
zwijnenstal
tomatensoep
secondewijzer
hogeschool
ruitenwissers
kleurenprinter
hoogtevrees

Slide 17 - Diapositive

Maak samenstellingen: 

schilder + school
ketting + slot
verkeer + zuil 
stad + kantoor 
recht + zaak 
zon + verduistering
beroep + speler
speel + schulden
publiek + jury
bakker + zaak
bar + personeel
protest + song







schildersschool
kettingslot
verkeerszuil
stadskantoor
rechtszaak
zonsverduistering
beroepsspeler
speelschulden
publieksjury
bakkerszaak
barpersoneel
protestsong

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag


  • Hoofdstuk 4.2 BOEK DEEL B
  • Spelling en Grammatica
  • Opdrachten 1 t/m 3 blz. 192 
  • Reader blz. 41 t/m 43



Slide 19 - Diapositive