Brandaan thema 5 les 1 stap 3 en 4 Kooplieden op reis

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 1 - Diapositive

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Diapositive

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 3 - Diapositive

Welkom in deze derde online geschiedenisles!
Lieve kinderen van groep 5,
Voor we aan deze nieuwe les beginnen, eerst even dit:
  • fijn dat je weer meedoet!
  • als er iets niet duidelijk is, laat mij dat dan weten via de chat op Teams
  • Als je de vorige les bekijkt, zie je dat ik bij sommigen nog gereageerd heb op jullie antwoorden. Kijk daar nog even naar.
  •  Veel succes weer!

Slide 4 - Diapositive

Tijd van de ontdekkers & hervormers 1500 - 1600
Les 1 Kooplieden op reis, stap 3 & 4. 
Over water naar Zweden en Italië

Slide 5 - Diapositive

Testje!

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 6 - Diapositive

Waarom was Kampen in de tijd van de ontdekkers een belangrijkere stad dan Amsterdam?
A
Dat was helemaal niet zo, Amsterdam was toen al de meest belangrijke stad
B
Kampen ligt aan de zee en aan een rivier waardoor je snel naar Duitsland kon varen.
C
In Kampen woonden de slimste handelaren.
D
Ze waren allebei niet belangrijk, Den Haag was de belangrijkste stad!

Slide 7 - Quiz

Waarom werd geld zo belangrijk in deze tijd? Twee antwoorden zijn goed.
A
Dat was meer waard dan een koe.
B
Dat was makkelijker meenemen dan zo'n lompe koe.
C
Dat was makkelijker om mee te handelen.
D
Dat vonden de mensen mooi.

Slide 8 - Quiz

Aan welke zee lag Kampen vroeger?
A
De Noordzee
B
Niet aan de zee juf, aan het IJsselmeer!
C
De Zuidzee
D
De Zuiderzee

Slide 9 - Quiz

Wat kochten de handelaren uit Kampen in het buitenland?
A
wijn en zout
B
boter en bier
C
snoep en chocola
D
graan en hout

Slide 10 - Quiz

Laatste quizvraag. Van wanneer tot wanneer was de periode van ontdekkers en hervormers?
A
1400-1500
B
1600-1700
C
1500-1600
D
1700-1800

Slide 11 - Quiz

Lees deze tekst van het boek

Slide 12 - Diapositive

Nieuwe woorden
Ommelandsvaarders: als je kijkt naar de 
route die de kooplieden voeren, zie je dat ze 
OM andere landen heen voeren. Daarom 
worden ze Ommelandvaarders genoemd.

kompas: voor de computer, telefoons met Google maps 
wilden mensen ook niet verdwalen. Daarvoor gebruikten 
ze een kompas. Hiernaast zie je eentje. De windrichtingen
staan daar op aangegeven. Maaaaar, in de tijd van Ommelandvaarders hadden ze die nog niet...

Ommelandvaarders: de zeelieden die voor de Hanzesteden voeren. Als je kijkt naar het kaartje hiernaast zie je aan de rode lijn dat ze steeds OM land heen voeren. 

Dit deden ze omdat ze toen nog geen kompas of goede land- en zeekaarten hadden. Laat staan dat ze GoogleMaps hadden ofzo.

Zo'n kompas zie je hiernaast op de foto. 
Nieuwe woorden

Slide 13 - Diapositive

Rond 1100: Chinezen ontwikkelden eerste kompas voor op zee. 
Twee eeuwen later: windroos in kompas.   Verbetering!

Slide 14 - Diapositive

Vroeger waren er geen smartphones waarmee je de weg kon vinden. Toen gebruikten ze een kompas. Een kompas heeft een naald die magnetisch is, net als onze aarde. Daardoor wijst hij altijd naar het noorden. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

nieuwe woorden
koggeschepen: dit waren toen de belangrijkste
schepen om goederen/vracht mee te vervoeren. 
Ze waren 15 tot 30 meter lang en hadden op hun zeil 
het teken van de Hanze staan. Dit kun je ook zien 
op de foto van een nagemaakt koggeschip.

vracht: de spullen waar de handelaren in handelden. Zout, hout, graan, wijn, dierenhuiden, noem maar op.
Hanze logo

Slide 17 - Diapositive

Welke afbeelding van een koggeschip is juist?
A
B
C
A
A
B
B
C
C
D
Geen enkele

Slide 18 - Quiz

nieuwe woorden
Hanzesteden: steden uit Nederland, Duitsland, Belgie en zelfs steden tot helemaal in Polen! 
Zij werkten samen om slimmer en goedkoper te handelen.

Door samen te werken waren ze ook sterker tegen rovers. Ze verdedigden elkaar. 

Slide 19 - Diapositive



Een kaart van alle hanzesteden en vaarroutes. 
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de steden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeel als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. En ze wzren sterker tegen rovers!
klik hier
Kampen

Slide 20 - Diapositive

Een paar vragen...
Je moet deze vragen beantwoorden. De antwoorden weet je als je alles goed gelezen hebt. Je mag natuurlijk ook even terugkijken om het antwoord te zoeken.

Slide 21 - Diapositive

Waarom werden de handelaren op de koggeschepen nou Ommelandvaarders genoemd? Leg uit in 2 zinnen.

Slide 22 - Question ouverte

Die koggeschepen waren groot en stevig. Waarom zorgden de zeelieden er dan toch voor dat ze steeds land zagen als ze aan het varen waren?

Slide 23 - Question ouverte

Vensterplaatopdracht
Klik hier voor een vensterplaat over de Hanze, lees alle informatie daarop goed en maak daarna de volgende opdrachten.

Slide 24 - Diapositive

Hoe noem je het vrachtschip van de middeleeuwen?
A
Het rogschip
B
Het karveel
C
Het koggeschip
D
Het kraak

Slide 25 - Quiz

Langs welke rivier lagen de Nederlandse Hanzesteden?
A
De Rijn
B
De Maas
C
De Lek
D
De IJssel

Slide 26 - Quiz

Waarom voeren er soldaten mee op de schepen?

Slide 27 - Question ouverte

Lees deze 
tekst 
van het boek:

Slide 28 - Diapositive

Sleep de spullen die handelaren uit Hanzesteden kochten naar het land WAAR ze dat kochten.
peper
graan
suiker
koffie
hout
kaneel
dierenvellen

Slide 29 - Question de remorquage

Nederland, Italië en Oost-Indië op de wereldkaart
Nederland
Italië
Oost-Indië

Slide 30 - Diapositive







De verschillende handelsroutes vanuit Azië
  • Er komt ook handel met andere gebieden buiten Europa aan het eind van de middeleeuwen.
  • Die handel gaat van Europa tot Azië. 
  • Op dit plaatje hier zie je de handelsroutes in de rode en blauwe lijnen.
 
Zijde, thee en 
porselein 
Katoen en verfstoffen 
Koffie, edelstenen 
en wierook 
Zout, slaven, ivoor en goud 

Slide 31 - Diapositive

Kijk even naar dit filmpje voor uitleg over 

Slide 32 - Diapositive

Route over land naar Indië
  • Zeeroutes waren er bijna nog niet. Mensen konden nog niet om Afrika heen varen.
  • Kompas nog niet uitgevonden.
  • Handel over land vaak met de Arabieren. 
  • Vraag naar specerijen neemt toe.
  • Specerijen als smaakmaker voor het eten, als medicijn en parfum. 
  • Specerijen zijn vaak heel duur!

--> Portugal en Spanje gingen daarom op zoek naar een andere route: over de zee!

Slide 33 - Diapositive

Wat zijn kruiden en specerijen?
Er zijn specerijen en kruiden. Ze zijn allebei delen van een plant.


Kruiden
Met kruiden worden meestal de blaadjes en stengels van een kleine, sterk geurende en smakende groene plant bedoeld. 

Zulke planten groeien meestal in niet hele warme landen, maar in landen zoals Nederland.

Slide 34 - Diapositive

Wat zijn kruiden en specerijen?
Specerijen

Specerijen zijn ook delen van een sterk geurende en smakende plant.
Maar deze specerijen komen vooral uit erg warme, tropische landen. 
Ze komen NIET uit Nederland!

Van deze planten wordt vaak ALLES gebruikt, dus ook de bloemknoppen, meeldraden, zaadjes, vruchten, schil én wortel.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

nieuwe woorden
Oost-Indië: Het gebied dat we nu vooral
 Indonesië noemen (zie ook de kaart dia 31)

Arabieren: Inwoners van het 
arabische deel van de wereld, 
de groen gekleurde landen.
Italië

Slide 37 - Diapositive

Komen specerijen uit Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Waar komen specerijen dan wel vandaan?
A
Van de Noordpool
B
Uit de winkel
C
Uit tropische landen
D
Uit Amerika

Slide 39 - Quiz


Je ziet hier....
A
Gevonden voorwerpen
B
Vogelvoer
C
Specerijen
D
Kruiden

Slide 40 - Quiz

Leg eens uit in jouw woorden:
Wat zijn specerijen?

Slide 41 - Question ouverte

Noem eens 3 voorbeelden van specerijen.

Slide 42 - Question ouverte

Thuisopdrachten
We hebben het net gehad over specerijen. 
Opdracht 1

a. Kijk eens in de keukenkastjes welke specerijen jullie in huis hebben en stuur mij daar een foto van via de mail.

b. Welke vind jij het lekkerst?

Slide 43 - Diapositive

Thuisopdracht 2
Zoek eens op internet wat het allerduurste kruid ter wereld is.... Wat kost het per kilo? Vergelijk dat een met de prijs voor een kilo goud. Wat is duurder?

Slide 44 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?
Noem minstens 2 dingen.
Heb je nog vragen: stel ze ook hier!

Slide 45 - Question ouverte

Dank je wel voor je inzet, tot de volgende les! 

Dan gaan we het hebben over de ontdekkingsreizigers die over zee naar Oost-Indië gaan varen.

Juf Manon



Juf Manon
Dank je wel voor je inzet, 
tot de volgende les!

Dan gaan we het hebben over de ontdekkingsreizigers die over zee naar Oost-Indië gaan varen.

Als je meer wilt weten over Marco Polo, kun je op de volgende link klikken:

Juf Martine en juf Manon

Slide 46 - Diapositive