Planten en dieren Leerdoelen herhalen

THEMA 1: herhaling planten en dieren

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

THEMA 1: herhaling planten en dieren

Slide 1 - Diapositive

Inhoud les
35/40 minuten
Leerdoelen nalopen
Vragen over de toets


Slide 2 - Diapositive

Basisstof 1.
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
1.1.4 je kent de begrippen dwarsdoorsnede, lengte doorsnede,  

Slide 3 - Diapositive

Levende organismen vertonen levenskenmerken. Er zijn 7 levenskenmerken. Welke weet je nog?
Levenskenmerken

Slide 4 - Carte mentale

Wat is GEEN organisme?
A
Een eikenboom
B
Een mens
C
Een robot
D
Een karper

Slide 5 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
dood
B
levend
C
D
levenloos

Slide 6 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 7 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 8 - Quiz

Soms moet je de binnenkant tekenen van een plant of dier. Wat voor doorsnede is dit?
A
Dwarsdoorsnede
B
Lengtedoorsnede
C
Buitenaanzicht

Slide 9 - Quiz

Basisstof 2 
 Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
 Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

Slide 10 - Diapositive

Nee
Ja
9. Beschermt de zaadhuid de bruine boon?
Tekst

Slide 11 - Question de remorquage

In de bruine boon is voedsel opgeslagen in de
A
kiem
B
navel
C
zaadhuid
D
zaadlobben

Slide 12 - Quiz

Een bruine boon bekijken wij met een
A
Loep
B
Microscoop

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van het poortje van een bruine boon?
A
opening waardoor water opgenomen wordt
B
groeit uit tot kiemplantje
C
vlies dat om het zaad zit
D
opslag van reservevoedsel

Slide 14 - Quiz


Een bruine boon is een..
A
Vrucht
B
Zaad
C
Kiem
D
Plant

Slide 15 - Quiz

Basisstof 3
 Je kunt verschillende soorten ontwikkeling bij de mens noemen.
 Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de leeftijden

Slide 16 - Diapositive

Noem de 3 soorten ontwikkeling in de mens.

Slide 17 - Question ouverte

Bij welke ontwikkeling leert de mens lopen?
A
Lichamelijke
B
Geestelijke
C
Motorische

Slide 18 - Quiz

De volgorde van de levensfases van de mens is als volgt:
Baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene en oudere.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Bij lichamelijke ontwikkeling...
A
Verandert je verstand
B
Leer je je lichaam kennen
C
Leer je bepaalde bewegingen
D
Verandert je bouw

Slide 20 - Quiz

Bij geestelijke ontwikkeling...
A
Verandert je verstand
B
Leer je je lichaam kennen
C
Leer je bepaalde bewegingen
D
Verandert je bouw

Slide 21 - Quiz

Basisstof 4 
Je kunt beschrijven dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaan voor dieren en mensen.

Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel.

Slide 22 - Diapositive

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof + water + zonlicht--> glucose + koolstofdioxide
B
zuurstof + glucose--> water + koolstofdioxide + zonlicht
C
water + koolstofdioxide + zonlicht --> zuurstof + glucose
D
zuurstof + koolstofdioxide + zonlicht --> water + glucose

Slide 23 - Quiz

Wat is fotosynthese?
A
het voedsel dat in de plant zit
B
het maken van voedsel voor de plant
C
het maken van voedsel door de plant
D
het geven van voedsel aan de plant

Slide 24 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 25 - Quiz

Basisstof 5
Je kunt aanpassingen bij planten noemen.
Je kunt aanpassingen bij dieren noemen.

Slide 26 - Diapositive

Wat is geen aanpassing aan planten die in een droog milieu leven?
A
deze planten hebben weinig huidmondjes
B
een dikke waslaag op de bladeren
C
behaarde bladeren
D
oppervlakkig gelegen huidmondjes

Slide 27 - Quiz

Basisstof 6

Je kunt de fotosynthese beschrijven.

Slide 28 - Diapositive

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof + water + zonlicht--> glucose + koolstofdioxide
B
zuurstof + glucose--> water + koolstofdioxide + zonlicht
C
water + koolstofdioxide + zonlicht --> zuurstof + glucose
D
zuurstof + koolstofdioxide + zonlicht --> water + glucose

Slide 29 - Quiz

Waar of niet waar
's nachts doen planten aan fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
Als het licht is. In de nacht is het niet licht dus geen fotosynthese
Overdag is er wel licht dus wel fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Noem 3 redenen waarom planten en dieren aanpassingen hebben zoals een scherpe snavel, een vin, stekels

Slide 31 - Question ouverte

Ben je klaar voor het proefwerk van morgen?

Slide 32 - Question ouverte