Week 2 periode 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Pen/papier + boek op tafel!

Kaoutar	Insaff
Joudi	Ainhoa
Nora	Meryam
Abdelgaliq

Husna	Senna
Andrea	Jiaqi
Mahan	Amir
Aya	Georgia

Anas	Khaled
	Ayman
Danil	Zakaria

Bureau mevr. Lingbeek

Agenda

1. Schrijfstijl - startvragen
2. Fragmenten en opdrachten 
3. Deze week 
4. Boek kiezen/reserveren (8 min)

Schrijfstijl

Waarom belangrijk om te kunnen herkennen/zelf in te zetten? 

Schrijfstijl: kenmerken?

Waar let je op als je een schrijfstijl moet herkennen?

Schrijf 1 of 2 zinnen over je dag tot nu toe op de volgende manier: zakelijk, formeel,
misschien zelfs saai...

Herschrijf je zinnen op de volgende manier:
beeldend, met stijlfiguren, levendig,
informeel

Klaar?

Kijk alvast naar de boeken/reserveer een boek

Hulp?

LessonUp

Boek

Opdracht

We lezen samen het fragment op blz. 79. Vervolgens maak je vraag 9. Deze bespreken we zo samen. 

Klaar?

NUMO - oefenen redekundig ontleden

Hulp?

LessonUp

Boek

Opdracht

We lezen samen het fragment op blz. 78. Vervolgens maak je vraag 7. Deze bespreken we zo samen. 

Deze week

• Boek reserveren/lenen

https://literatuurmuseum.nl/nl/ontdek-en-beleef/vindjouwyaboek // lees in de meivakantie!

• Verder met KERN (morgen)
• Start opdracht (donderdag, met wie ga je samenwerken? 2 of 4)

Pen/papier + boek op tafel!

Kaoutar	Insaff
Joudi	Ainhoa
Nora	Meryam
Abdelgaliq

Husna	Senna
Andrea	Jiaqi
Mahan	Amir
Aya	Georgia

Anas	Khaled
	Ayman
Danil	Zakaria

Bureau mevr. Lingbeek

Agenda

1. Schrijfstijl - startopdracht
2. Analyse
3. Invullen vragenlijst
4. Morgen

Boek?! 

Startopdracht

1. Schrijf een paar zinnen over wat je gaat doen in de meivakantie. Kies een bepaalde schrijfstijl 

2. Wissel van papier met je buur en herschrijf de zinnen van je buur in een ANDERE schrijfstijl. 

3. We bespreken/bevragen een paar klassikaal

                    

                                                                                -> 2x

Klaar?

Kijk alvast naar de boeken/reserveer een boek

Hulp?

LessonUp

Boek

Opdracht

We lezen samen het fragment op blz. 79. Vervolgens maak je vraag 9. Deze bespreken we zo samen. 

Klaar?

NUMO - oefenen redekundig ontleden

Hulp?

LessonUp

Boek

Opdracht

We lezen samen het fragment op blz. 78. Vervolgens maak je vraag 7. Deze bespreken we zo samen. 

Klaar?

Schrijf een stappenplan: waar let je op bij het herkennen van een schrijfstijl?

Hulp?

LessonUp

Boek

Opdracht

Vraag 8 (blz. 78). Deze bespreken we zo samen. 

Formulier

https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLScMRtIwrJzoDhMxzKKwVh2tQ2r918ggyu_oYmIupBvN-Vd3Kw/viewform?usp=sf_link

Morgen

Werken aan de opdracht met je groepje. Neem je laptop eventueel mee. 

Pen/papier + eventueel laptop op tafel!

Kaoutar	Insaff
Joudi	Ainhoa
Nora	Meryam
Abdelgaliq

Husna	Senna
Andrea	Jiaqi
Mahan	Amir
Aya	Georgia

Anas	Khaled
	Ayman
Danil	Zakaria

Bureau mevr. Lingbeek

Agenda

1. Woordentrein
2. Opdracht uitleg
3. Aan de slag
4. Fijne vakantie! 

Opdracht

Spreekvaardigheid-spel 

Samen met leerlingen

Doel = 

spreken leuk maken, minder eng, meer zelfvertrouwen, gevoelige thema's bespreken 

Opdracht

Een spel met sets kaarten met duidelijke instructies voor de leerling, een dobbelsteen en een spelbord.

Je maakt een spelkaart (Pdf A4) met een tweetal of met z'n 4en. 

De docent moet zo veel mogelijk inhoudelijk kunnen begeleiden tijdens het spel, de instructies op de kaarten moet dus in leerlingentaal en in stapjes worden beschreven.

Op je kaart staat:

- De moeilijkheidsgraad (niveau 1, 2, 3 of 4)

- De tijdsduur (een schatting)

- Groepsoefening (hoe groot is de groep) of een individuele oefening

- Uitleg van de oefening (eventueel met een QR-code naar een webpagina)

Bij je kaart maak je een klein beoordelingsmodel met een puntenverdeling. Het beoordelingsmodel kan door de docent of klasgenoten worden ingevuld. 

Voorbeeld

Woordentrein

De docent roept een woord en kiest een leerling uit. Deze leerling moet 30 seconden lang praten over dit woord. Dit herhaal je een paar keer. Wanneer de oefening klaar is, volgt er applaus. 

Tip: maak verbinding met het vorige woord. Bijvoorbeeld: de leerling voor jou moest praten over pindakaas en jouw woord is mes. Je kunt dan beginnen door te zeggen "Pindakaas kun je smeren met een mes"

Niveau 1, individueel spreken in de klas, 3-5 minuten

Voorbeeld

Beoordeling	Punten	Naam + punten
De leerling spreekt de volle 30 seconden	1 (goed) 2(zeer goed) 3 (uitstekend)
De leerling vertelt inhoudelijk interessante dingen over het woord	1/2/3
De leerling praat duidelijk, maakt handgebaren en oogcontact	1/2/3
De leerling maakt verbinding met het vorige woord	1/2/3