Ik hou van Social Media





IK HOU VAN SOCIAL MEDIA
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon





IK HOU VAN SOCIAL MEDIA

Slide 1 - Diapositive

Stappenplan
1. Verdeel de klas in twee groepen en wijs een teamcaptain aan!
2. De teamcaptain logt in op LessonUp (met laptop)
3. Zet in het midden van het lokaal een tafel. 
4. Schrijf de teams (team 1 en team 2) op bord zodat je hier de puntentelling bij kunt houden! 

Slide 2 - Diapositive

RONDE 1: HOGER OF LAGER?
Uitleg:
Het team dat begint vertelt, na een kort overleg, welk getal zij schatten.
Het andere team geeft hierop hun antwoord: ‘hoger’ of ‘lager’.
Het juiste antwoord verschijnt in beeld, het winnende team krijgt een punt. De winnaar van de vraag gaat verder. 
TEAM 1 BEGINT


Slide 3 - Diapositive

HOGER OF LAGER?
TEAM 1:
Hoeveel mensen in NL gebruiken INSTA?

Slide 4 - Question ouverte

TEAM 2: HOGER OF LAGER?
A
HOGER
B
LAGER

Slide 5 - Quiz

ANTWOORD 
6.6 miljoen 

Slide 6 - Diapositive

Winnende team:
Hoeveel uur besteden we gemiddeld per dag aan media? (Denk aan tv, smartphone, tablet, pc bij elkaar)

Slide 7 - Question ouverte

HOGER OF LAGER?
A
HOGER
B
LAGER

Slide 8 - Quiz

ANTWOORD
8 uur en 45 minuten

Slide 9 - Diapositive

Winnende team:
Je weet dat in Nederland 6.6 miljoen mensen Instagram gebruiken. Hoeveel mensen gebruiken dit wereldwijd? 

Slide 10 - Question ouverte

HOGER OF LAGER?
A
HOGER
B
LAGER

Slide 11 - Quiz

ANTWOORD
1.1 miljard

Slide 12 - Diapositive

RONDE 2: RIJTJES MAKEN
De teams overleggen, de teamcaptain van het winnende team mag het eerste woord invullen. Is dit goed, dan mag hij nog een keer. Staat het woord niet in het rijtje, dan is de beurt voor het andere team. Het team dat het laatste juiste antwoord geeft, krijgt een punt.
Let op! De woorden hoeven niet in de juiste volgorde te worden genoemd.

Slide 13 - Diapositive

Waarvoor gebruiken jongeren hun smartphone het meest? Noem zoveel mogelijk uit de top 15

Slide 14 - Carte mentale

1. Berichtjes sturen
2. Foto's maken
3. Bellen
4. Muziek luisteren
5. Filmpjes kijken
6. Spelletjes
7. Chatten
8. Foto's delen
9. Klokkijken
10. rooster/cijfers
11. wekker
12. Filmpjes maken
13. Informatie zoeken
14. Weer bekijken
15. Social media 

Slide 15 - Diapositive

Welke social media worden in 2021 het meest gebruikt? TOP 10

Slide 16 - Carte mentale

TOP 10 
• WhatsApp: 10,9 miljoen gebruikers.
• Facebook: 10,1 miljoen gebruikers.
• YouTube: 8,8 miljoen gebruikers.
• Instagram: 6.6 miljoen gebruikers.
• TikTok: 4,8 miljoen gebruikers.
• LinkedIn: 4,6 miljoen gebruikers.
• Pinterest: 3,3 miljoen gebruikers.
• Twitter: 2,7 miljoen gebruikers.
• Snapchat 2,2 miljoen
• Tumbler 0,2 miljoen

Slide 17 - Diapositive

Noem de top 10 met de meeste volgers op Instagram (januari 2022)

Slide 18 - Carte mentale

Top 10

1. Instagram: 460 miljoen volgers
2. Cristiano Ronaldo: 389 miljoen volgers
3. Kylie Jenner: 300 miljoen volgers
4. Lionel Messi: 300 miljoen volgers
5. Dwayne Johnson: 289 miljoen volgers
6. Ariana Grande: 289 miljoen volgers
7. Selena Gomez: 289 miljoen volgers
8. Kim Kardashian: 278 miljoen volgers
9. Beyoncé: 232 miljoen volgers
10. Justin Bieber: 215 miljoen volgers

Slide 19 - Diapositive

RONDE 3: JONGENS / MEISJES
Het winnende team dat begint, krijgt een vraag. 
In overleg met de groep, geeft de teamcaptain het antwoord: ‘jongens’ of ‘meisjes’.
Het antwoord verschijnt in beeld. Is het antwoord goed? Het team dat het antwoord heeft gegeven krijgt een punt. Is het antwoord fout? Dan gaat het punt naar het andere team.

Slide 20 - Diapositive

Wie kijken vaker naar filmpjes?

A
JONGENS
B
MEISJES

Slide 21 - Quiz

Wie raken sneller verslaafd aan hun smartphone?

A
JONGENS
B
MEISJES

Slide 22 - Quiz

Wie gebruiken hun smartphone vaker functioneel?
(Bijvoorbeeld voor rekenen en notities maken)

A
JONGENS
B
MEISJES

Slide 23 - Quiz

RONDE 4: Wat staat daar nou?
De teamcaptain overlegt kort het antwoord en rent naar de tafel. De teamcaptain die als eerst met zijn hand op de tafel slaat, mag zijn/haar antwoord geven. Voor elk goed antwoord krijgt het team een punt. Is het antwoord fout? Dan gaat het punt naar het andere team.

Slide 24 - Diapositive

Xintfel

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Ramtlastpak

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Ohe avka enb ijj lenikjieg gno floifen ? ?

Slide 29 - Diapositive

HOE VAAK BEN JIJ EIGENLIJK NOG OFFLINE? 

Slide 30 - Diapositive

Ronde 5 – Spellingsronde
Het team met de minste punten begint.
De teamcaptain spelt het woord, dat bij de afbeelding hoort.
Is het woord goed gespeld? Dan krijgt dit team een punt. Is het fout? 
Dan krijgt het andere team een kans om het goed te doen. 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Snapchat

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

FaceTime

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

WhatsApp

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

TUMBLR

Slide 39 - Diapositive

AND THE WINNER IS? 

Slide 40 - Diapositive