Lezen H3 - les 1

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Een Italiaan heeft een kunstwerk gemaakt door Rubiks kubussen heel mooi te versieren
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Rubiks kubus is ongeveer 20 jaar oud.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

De uitvinder heet Rubik.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

De uitvinden had zelf bijna een maand nodig om de puzzel op te lossen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Men wist meteen al dat Rubiks kubus heel goed zou verkopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

1. Wat zijn de overeenkomsten tussen het vloermozaïek en de afbeelding van Atlas?

Slide 7 - Question ouverte

Welk stukje in dit tekstdeel heeft een duidelijk verband met de titel van de tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Wat hebben de kiezelstenen (r. 22) te maken met Rubiks kubus?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe stonden communistische landen tegenover het vrije ondernemerschap?

Slide 10 - Question ouverte

Waarin had Rubik geoefend?

Slide 11 - Question ouverte

In welk stukje heb je al eerder gelezen over de onderschatting van de consument?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het dat volgens de schrijver Giovanni Contardi geïnspireerd zou kunnen hebben?

Slide 13 - Question ouverte

Welk spel verdient volgens jou ook om wereldberoemd te worden?

Slide 14 - Question ouverte

1. Waarvoor gebruikt de schrijver de inleiding?
A
Om de lezer op een verkeerd spoor te zetten.
B
Om de tekst samen te vatten.
C
Om te laten weten wat de twee onderwerpen van de tekst zijn.
D
Om vragen te stellen die in de tekst beantwoord worden.

Slide 15 - Quiz

2. Welk kopje zou de inhoud van 6.111 Rubiks kubussen hoog nog beter samenvatten?
A
6.111 Rubiks kubussen slechts een fractie van totaal
B
De mythe van 6.111 Rubiks kubussen
C
Gespierd door 6.111 Rubiks kubussen
D
Kunstwerk van 6.111 Rubiks kubussen gemaakt

Slide 16 - Quiz

3. Waarnaar verwijst het woord destijds (r. 20)?
A
De tijd dat Rubik terugkeek op de voorbije decennia.
B
De tijd dat Rubik docent was.
C
De tijd dat Rubik zijn boek schreef.
D
De tijd dat Rubik zijn kubus uitvond.

Slide 17 - Quiz

4. Wat is de betekenis van inspireren
(r. 23)?
A
ergens van schrikken
B
heel erg blij zijn
C
je niet helemaal goed voelen
D
op een idee gebracht worden

Slide 18 - Quiz

5. Wat betekent: '...hier moest hij mee de markt op' (r. 31-32)
A
Dit moest hij aan alle studenten laten zien.
B
Dit moest hij proberen te verkopen.
C
Hier moest hij het communisme mee verbeteren.
D
Hier moest hij mee naar Amerika.

Slide 19 - Quiz

6. Lees de twee zinnen in regel 40-43: Op een speelgoedbeurs ... groot Amerikaans bedrijf. Welk signaalwoord kun je gebruiken om de twee zinnen te verbinden?
A
daardoor
B
daarvoor
C
ondanks
D
toch

Slide 20 - Quiz

7. Welk kopje zou het tekstdeel Speelgoedbeurs goed samenvatten?
A
43 triljoen variaties
B
Een sof
C
Groot internationaal succes
D
Het IJzeren Gordijn

Slide 21 - Quiz

8. Waarnaar verwijst 'deze vragen'
(r. 57)?
A
De vraag in regel 61-62.
B
De vragen in regel 53.
C
De vragen naar de regels.
D
De vragen van de speelgoedwinkeliers.

Slide 22 - Quiz

Ga nu aan de slag met Lezen H3
Je maakt: de startopdracht & opdracht 1

Slide 23 - Diapositive