hoofdletters

Hoofdletters
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolMBOmavoLeerjaar 2Studiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdletters

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik
je een hoofdletter?

Slide 2 - Carte mentale

Aan het begin van een zin
's Ochtends ....
4 euro is niet veel voor zoiets moois.
Het bleef nog lang onrustig.

Slide 3 - Diapositive

De eerste letter van een naam
(Let op tussenvoegsels!)
Hendrik de Jong, meneer H. de Jong, meneer De Jong, 
mevrouw Van der Pol, G.A. de Ridder.

Slide 4 - Diapositive

Persoonsnamen
Zowel voor- als achternamen schrijven we met een hoofdletter.
Hendrik de Jong, meneer H. de Jong, meneer De Jong, mevrouw Van der Po

Slide 5 - Diapositive

Aardrijkskundige namen
(ook samenstellingen en afleidingen hiervan)
België, Europa, de Maas, Zuidpool, de Himalaya, Amsterdammer, Zuid-Afrikaanse wijn, 's Hertogenbosch.

Slide 6 - Diapositive

Talen en dialecten
(Ook samenstellingen en afleidingen hiervan)
Nederlands, de Nederlandse taal, Limburgs, Duitstalig

Slide 7 - Diapositive

Specifieke bevolkingsgroepen
(Ook samenstellingen en afleidingen hiervan)
Belg, Noor, Russen, Eskimo, Maya's, Griekse mythe, latino, zigeuners.

Slide 8 - Diapositive

Heilige personen en objecten
(Ook samenstellingen en afleidingen hiervan)
God, Boeddha, de Bijbel, Koran, Mariabeeld, Bijbelstudie.

Slide 9 - Diapositive

Vorstelijke personen, staatshoofden, etc.

Hare Majesteit,
de Koningin,
de Staatssecretaris,
maar: De president

Slide 10 - Diapositive

Uitzonderingen....
- Namen van periodes en tijdperken (middeleeuwen, ijstijd, etc.)
- Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden (januari, winter, oosten, etc.)
- Afkortingen die ingeburgerd zijn (cao)

Slide 11 - Diapositive

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
KING pepermunt
B
King pepermunt

Slide 12 - Quiz

Weetje:
KING is een acroniem!

Een afkorting die wordt uitgesproken als een woord:
Kwaliteit In Niets Geëvenaard

Slide 13 - Diapositive

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Milka chocoladereep
B
milka chocoladereep

Slide 14 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Amsterdam-Zuid
B
Amsterdam-zuid

Slide 15 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
de efteling
B
de Efteling

Slide 16 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
's Middags begin ik om twee uur
B
'S middags begin ik om twee uur

Slide 17 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Noordwesten
B
noordwesten

Slide 18 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Euro
B
euro

Slide 19 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Moederdag
B
moederdag

Slide 20 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Zondag
B
zondag

Slide 21 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
keizer
B
Keizer

Slide 22 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
ijstijd
B
IJstijd
C
Ijstijd

Slide 23 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
T-shirt
B
t-shirt

Slide 24 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Joods (godsdienst)
B
joods (godsdienst)

Slide 25 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Brabants
B
brabants

Slide 26 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
meneer de Jong
B
meneer De Jong

Slide 27 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Zomer
B
zomer

Slide 28 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Iphone
B
iPhone
C
IPhone

Slide 29 - Quiz

Studiemeter
2F (3F bij vrijstelling) - Spelling - Hoofdletters - Oefening 4 & 5

Slide 30 - Diapositive

Wat hebben we vandaag gedaan?
Hoofdletter:
  • Eerste woord van een zin
  • Namen
  • Boven brieven en in adressen
  • Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen

Geen hoofdletter:
  • Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden
  • Afkortingen die ingeburgerd zijn

Slide 31 - Diapositive

Was ik duidelijk verstaanbaar?
Vertel waarom

Slide 32 - Question ouverte