Leesvaardigheid: herhaling (periode 4)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Leesvaardigheid

Herhaling 

Welke tekstdoelen ken je nog?

Tekstdoelen

• Informeren;
• Overtuigen;
• Activeren;
• Amuseren.

Informeren

• Je leest feiten.
• Er staat geen mening in.
• Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.

Overtuigen

• Je leest de mening van de schrijver.
  
• Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Activeren

• Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  
• Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.
  

Amuseren

• Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  
• Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.
  

Welk tekstdoel past bij een strip?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Activeren

Welk tekstdoel past bij een betoog?

1. Amuseren
2. Activeren
3. Informeren
4. Overtuigen

Welk tekstdoel past bij een recept?

1. Informeren
2. Activeren
3. overtuigen
4. Amuseren

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?

1. Amuseren
2. Overtuigen
3. Informeren
4. Activeren

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren
4. Amuseren

Wat is het doel van dit bord?

1. overtuigen
2. amuseren
3. informeren
4. activeren

Geef minimaal 5 voorbeelden van teksten met het tekstdoel 'amuseren'.

Bij welke tekstsoort is er altijd sprake van activeren? Kijk eventueel nog een keer in de vorige slide.

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Noem de vier tekstdoelen.